Verkeersminister Eurlings heeft de Tweede Kamer gemeld dat hij een toegezegde subsidie van 15 miljoen euro dit jaar aan de NS overmaakt, zodat er in 2013 voor ruim 80 procent van de intercitystoelen internet beschikbaar is.
Het bedrag, in 2007 door de regering toegezegd, is in 2008 niet uitgegeven, zo heeft Eurlings aan het parlement geschreven. Omdat de Nederlandse Spoorwegen bij hem heeft aangedrongen het geld beschikbaar te maken, heeft de bewindsman het in de begroting van 2009 op laten nemen. Volgens de NS maakt het bedrag een aanzienlijk verschil in de ramingen van de beschikbaarheid van internet in intercitytreinen, namelijk bereik op 83 procent van de stoelen in 2013 in plaats van een eerder streven van 58 procent in 2019.
Eurlings wees er verder op dat hij bij de start van een proef met gratis internet van concurrent Arriva op het traject Groningen-Leeuwarden aanwezig was, waarbij het draadloze netwerk ook wordt gebruikt om de veiligheid rond het spoor te verbeteren. Of de NS op vergelijkbare wijze invulling wil geven aan het beschikbaar maken van internet in de trein is nog niet bekend, maar Eurlings gaf alvast aan niet graag te zien dat er een 'lappendeken van systemen ontstaat'. Toch lijkt hij niet zover te willen gaan om harde voorwaarden te stellen aan de besteding van de 15 miljoen euro.
De proef van Arriva wordt overigens uitgevoerd in samenwerking met KPN en met spoorwegbeheerder ProRail. Dat maakt het niet ondenkbaar dat de daar gebruikte infrastructuur ook in de treinstellen van de Nederlandse Spoorwegen zal worden ingezet. De omvang van het NS-project is echter veel groter dan bij Arriva, waardoor eerstgenoemde een partner moet zoeken via een Europese aanbestedingsprocedure, die komende zomer afloopt. De eerste internetverbindingen zullen naar verwachting begin 2010 worden gerealiseerd. Overigens is ook nog onduidelijk of voor de internettoegang in de NS-treinen betaald zal moeten worden of dat dit een extra service wordt. Ook Arriva weet nog niet of zijn dienst gratis blijft.