Het Amerikaanse hooggerechtshof wil de door de FTC aangespannen antitrustzaak tegen Rambus niet in behandeling nemen. In een andere zaak moest Rambus echter verlies incasseren: er komt geen verkoopverbod voor Hynix-geheugenchips.
Kern van de zeven jaar oude beschuldiging van de Federal Trade Commission is dat Rambus met opzet diverse patentaanvragen zou hebben verzwegen voor het standaardisatieorgaan Jedec, waarvan het bedrijf vier jaar lang lid was. Jedecs doelstelling is het standaardiseren van technologieën die geen of zo min mogelijk patenten schenden. Vier door Rambus gepatenteerde technologiëen kwamen door het zwijgen van de geheugenfabrikant echter in de ddr-specificatie terecht. Het bedrijf maakte zijn intellectueel eigendom pas openbaar door naderhand licentiegeld van verschillende geheugenfabrikanten te eisen.
Volgens de FTC maakte Rambus zich hiermee schuldig aan overtreding van de antitrustwetgeving. De mededingingsautoriteit dwong Rambus daarom zijn royalty's te verlagen. In april vorig jaar werd de uitspraak van de FTC echter door een beroepsrechter verworpen. Nu ook het hooggerechtshof heeft geweigerd om de zaak te behandelen, is deze uitspraak definitief.
Rambus is ondertussen nog wel verwikkeld in patentrechtszaken met verschillende geheugenfabrikanten waaronder Micron, Nanya en Hynix, maar laatstgenoemde wist een overwinning tegen Rambus in de wacht te slepen. Hynix werd in maart vorig jaar schuldig bevonden aan het schenden van sdram-patenten, waarop Rambus een rechtszaak aanspande om een verkoopverbod van geheugen van de Zuid-Koreaanse fabrikant te bewerkstelligen. Dit verzoek heeft een rechtbank in Californië afgewezen. De beide bedrijven moeten nu onderhandelen over de voorwaarden voor een licentie, die Rambus niet aan Hynix mag weigeren.