Nederland blijkt in internationaal verband de koploper als het gaat om de beschikbaarheid van ict in huishoudens, zo blijkt uit een rapport van het CBS over het ict-gebruik in Nederland. De zorgsector en het onderwijs blijven echter achter.
Volgens het CBS-rapport met de naam 'De digitale economie 2007' blijft Nederland in 2007 voorop lopen wat betreft ict-gebruik in huishoudens: acht op de tien huishoudens in Nederland heeft toegang tot internet, waarbij in driekwart van de gevallen sprake is van breedbandinternet. Communiceren is daarbij nog steeds de belangrijkste activiteit, maar het elektronisch winkelen is met een opmars bezig: 7,5 miljoen personen gaven volgens het CBS in 2007 aan wel eens elektronisch gewinkeld te hebben, een verdubbeling ten opzichte van vijf jaar geleden.
Het online shoppen heeft wel negatieve gevolgen voor bestedingen in winkels in de binnensteden. Vooral mannelijke kopers zien de voordelen van online winkelen en zijn bovendien prijsbewuster geworden. Ze merken dit echter niet in de portemonnee, omdat elektronisch winkelen ook impulsaankopen aanwakkert. Personen met een hoger opleidingsniveau kopen volgens het CBS vaker online dan mensen met minder genoten onderwijs.
De onderwijs- en zorgsector lopen op ict-gebied achter bij andere hoogontwikkelde landen. De onderwijssector gebruikt ict ondermeer voor zelfstandig leren, maar wordt in zijn mogelijkheden beperkt door een gebrek aan pc's, internet en software. De zorgsector is de afgelopen jaren wel bezig geweest zijn ict-achterstand in te halen. Zo werd onder meer geïnvesteerd in online patiëntendossiers, en het realiseren van standaarden voor de uitwisseling en de beveiliging van gegevens.
Het Nederlandse bedrijfsleven behoort wat betreft ict-gebruik internationaal gezien niet tot de absolute top. Vooral de beveiliging moest het ontgelden: in 2006 maakte slechts een derde van de bedrijven gebruik van beveiligde protocollen bij het orderproces via internet. Dit terwijl e-commerce in dat jaar goed was voor bijna 11 procent van de totale omzet van de bedrijven.