Een onderzoek van IDC naar het 'digitale universum' wijst uit dat in 2011 maar de helft van de totale hoeveelheid geproduceerde data door consumenten en bedrijven daadwerkelijk wordt opgeslagen.
Volgens het onderzoek van IDC, gesponsord door opslagspecialist EMC, groeit het digitale universum - door het onderzoeksbureau omschreven als: informatie die is geproduceerd, opgeslagen of gekopieerd in digitale vorm - elke vijf jaar met een factor tien. IDC heeft becijferd dat in 2007 de omvang van dit universum 281 exabytes bedroeg en dat in 2011 deze is uitgegroeid tot bijna 1800 exabytes. In 2007 bedroeg de hoeveelheid data iets meer dan de beschikbare hoeveelheid opslag, maar in 2011 zal maar de helft van jaarlijkse dataproductie opgeslagen zijn.
De data-explosie is toe te schrijven aan een aantal factoren. Ten eerste zorgt de hogere resolutie van foto- en videocamera's en digitale tv voor meer behoefte aan opslagcapaciteit, terwijl ook luchtfoto's en satellietbeelden gedetailleerder worden. Consumenten delen ook vaker foto's en video met elkaar. Daarnaast groeit het aantal verschillende apparaten die data produceren.
Ook groeit de digitale 'voetafdruk' per persoon vanwege de informatie die óver personen worden opgeslagen of opgenomen zoals het geval is bij beveiligingscamera's, medische beelden en financiële gegevens, maar ook de zoekhistorie op internet en vluchtgegevens. Zo slaat de Cleveland Clinic per week gemiddeld 3TB aan röntgenfoto's op en is China voornemens om in 660 steden en 28000 kolenmijnen beveiligingscamera's te installeren.
Daar staat tegenover dat de opslagcapaciteit ook sneller groeit dan verwacht, onder andere door de behoefte aan het veilig stellen van persoonlijke informatie, zoals onvervangbare foto's. Daarnaast komen er meer mobiele apparaten met eigen opslag op de markt, die ook via netwerken data zullen verspreiden. De eigen digitale voetafdruk is overigens ook zelf te meten.
