Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft woensdag het rapport 'De digitale economie 2006' gepubliceerd. De voornaamste conclusie is dat de ict-sector in Nederland het in vergelijking met andere landen goed doet.
In 2005 is in Nederland 7,6 procent van het bruto binnenlands product besteed aan ict-investeringen, waar dit percentage in 2004 nog 0,1 procentpunt lager lag. De ict-sector heeft aanmerkelijk geprofiteerd van het aantrekken van de Nederlandse economie. Dit was vooral zichtbaar in de ict-dienstensector, die verantwoordelijk was voor het grootste deel van de groei. De productiekant van de Nederlandse ict-industrie deed het minder goed: er werden meer computers verkocht, maar het overgrote deel daarvan moest geïmporteerd worden uit het buitenland. Onder meer de stijging van de Nederlandse ict-investeringen heeft ertoe geleid dat de ict-sector veel vacatures kent: per 1000 banen waren er 42 vacatures, tegen 21 per 1000 banen in de gehele economie. Het aantal werkzame ict'ers in Nederland is sinds 1997 met meer dan de helft toegenomen.
Het Nederlandse mkb doet het erg goed, wat volgens het CBS met name te danken is aan sinds 2002 door de overheid gevoerd beleid om ict-gebruik te stimuleren. Het gebruik van ict in het mkb bevindt zich nu duidelijk boven het Europese gemiddelde. In Nederland heeft bijna de helft van de aangevraagde patenten betrekking op ict. Ons land staat daarmee op een tweede plaats binnen Europa; alleen Finland vraagt meer ict-patenten aan. Nederlandse bedrijven vragen relatief veel patenten aan in verhouding tot de uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling. De Nederlandse gemeenten bieden steeds meer diensten elektronisch aan. De kwaliteit daarvan wordt echter nog niet zo goed gewaardeerd als die aan de traditionele balie. Met name het zoeken naar en de volledigheid van informatie laat te wensen over. Desondanks maken Nederlanders grif gebruik van de via internet aangeboden diensten.