De Ecta bestempelt de Belgische telecomregelgeving als een van de slechtste in Europa. Vooral toezichthouder Bipt krijgt er van langs. De Nederlandse telecomwaakhond Opta wordt juist geprezen.
Volgens de Ecta werkt de Belgische toezichthouder Bipt te traag. Zo had de telecomregulator twintig maanden nodig om de nationale telecommarkt in kaart te brengen. Ook heeft Bipt, doordat het geen zware straffen kan opleggen, geen afschrikwekkende werking. De Ecta stelt in zijn rapport voor dat de Belgische waakhond strengere straffen moet kunnen opleggen en zelfs diensten van telecombedrijven moet kunnen stilleggen. Verder scoort het Belgische institutionele raamwerk slecht, omdat de Europese regels onvoldoende zijn doorgevoerd.
De Ecta heeft wel lovende woorden voor de nummeroverdraagbaarheid in België en noemt de regeling een 'schoolvoorbeeld' voor andere Europese lidstaten. De onderlinge concurrentie op de Belgische telecommarkt wordt als gemiddeld gezien, maar er is onvoldoende mededinging op de markten voor mobiele diensten en breedbandinfrastructuur.
De Ecta stelt dat de situatie op de Nederlandse telecommarkt aanzienlijk is verbeterd sinds de Opta diverse keren actief heeft ingegrepen. De Nederlandse telecomwaakhond wordt dan ook gezien als de op één na beste toezichthouder van Europa, omdat door de onderlinge concurrentie de telecommarkt als geheel zou floreren. Alleen de Britse zusterorganisatie Ofcom presteert volgens de Ecta een fractie beter dan de Opta.