Uit onderzoek van de Amerikaanse universiteiten van Duke, Harvard en New York blijkt dat steeds meer patenten die in Amerika aangevraagd worden, in handen komen van buitenlanders.
In 2006 werd 25,6 procent van de Amerikaanse patentaanvragen gedaan door een buitenlander, terwijl dit in 1998 nog maar 7,6 procent was. Verder bleek dat in ruim de helft van de patentaanvragen iemand van buiten de VS vermeld stond. Vooral bij grote bedrijven was dit het geval. Zo werden buitenlanders genoemd in 72 procent van de patentaanvragen van Qualcomm, 65 procent van die van Merck en 64 procent van die van General Electric.
Bij General Motors en Microsoft is het beeld totaal anders: in respectievelijk zes en drie procent van de gevallen was een van de patentaanvragers een buitenlander.
Volgens Kenan Jarboe, manager van de non-profit denktank Athena Alliance in Washington DC, is de waargenomen trend verklaarbaar: buitenlandse bedrijven willen hun technieken middels patenten beter beschermen in de Verenigde Staten, net zoals Amerikaanse bedrijven dat in het buitenland doen.
De onderzoekers pleiten voor een versoepeling van de immigratiewetgeving in de VS, zodat de buitenlandse patenthouders ook voor langere tijd in de Verenigde Staten kunnen blijven wonen en werken. De angst bestaat namelijk dat vernieuwend talent door de strenge immigratieregelgeving na de WTC-aanslagen in 2001 noodgedwongen uit Amerika verdwijnt en patenten op toekomstige uitvindingen dus niet meer in handen komen van Amerikaanse bedrijven.