AMD heeft in het vierde kwartaal van 2006 een verlies van 574 miljoen dollar geleden. De overname van ATi drukte de resultaten zoals verwacht met meer dan een half miljard dollar, maar de prijsoorlog met Intel zorgde voor een onverwacht slecht rendement.
De kosten van de overname van ATi kwamen geheel ten laste van de resultaten van het afgelopen kwartaal. Naast de aanschafprijs, die 550 miljoen dollar bedroeg, werden ook de kosten van de integratie van de beide bedrijven en de kosten van een compensatieprogramma voor medewerkers met aandelen op de resultatenrekening gezet. Zonder die kosten had AMD een winstje van 63 miljoen dollar op een omzet van 1,37 miljard kunnen bijschrijven. In december had het bedrijf al gewaarschuwd dat de cijfers zouden tegenvallen, maar zelfs de toen gedane voorspellingen konden niet worden waargemaakt.
De verkoop van microprocessors steeg naar een nieuwe recordhoogte: in vergelijking met het laatste kwartaal van 2005 groeide de afzet met 26 procent, terwijl er 19 procent meer cpu's werden verkocht dan in het derde kwartaal van 2006. Voor de mobiele processors bedroegen die cijfers respectievelijk 85 en 41 procent. Toch leverde dit geen financieel succes op: de 'significant' lagere prijzen die het gevolg zijn van de concurrentiestrijd met Intel, drukten de winst, en van de winstmarge van meer dan 50 procent werd ruim tien procent ingeleverd. Ook het ontbreken van een strategie voor de komende periode werd het bedrijf aangerekend: 'AMD moet zich opmaken voor een helletocht, maar een strijdplan ontbreekt', aldus een analist, die iedereen aanraadde om aandelen in het bedrijf te verkopen. De beurskoers daalde met ruim 4,3 procent na publicatie van de kwartaalresultaten.