De Britse krant Mail on Sunday heeft verslaggevers op pad gestuurd om een aantal faciliteiten in China in ogenschouw te nemen waar onder meer Apples immens populaire iPod wordt gefabriceerd. Het gaat om fabrieken van onder andere het Taiwanese Foxconn, waar volgens de journalisten onder omstandigheden wordt geleefd en gewerkt die niet zouden misstaan in een roman van Charles Dickens uit het tijdperk van de industriële revolutie. De Foxconn-faciliteit, die aan Shanghai grenst, zou een heuse stad zijn met 200.000 inwoners annex werknemers. Als dat aantal, wat sommigen in twijfel trekken als zijnde schier ongeloofwaardig, correct is, dan gaat het om een fabriekstad die qua inwonersaantal bijna net zo groot is als Eindhoven. Het bedrijf, dat in totaal een miljoen werknemers zou hebben, produceert elektronische apparaten voor diverse bedrijven, waaronder Apple. Dit is hoofdzakelijk Apple, als maker van het populairste item dat in de fabrieken wordt geassembleerd, op kritiek komen te staan, maar ook Dell en Intel nemen apparatuur en onderdelen bij het bedrijf af.

De iPod nano-productie zou plaatsvinden in een gebouw van vijf verdiepingen, compleet met politiemacht die aanwezigheid en productiviteit in de smiezen houdt. De Britse verslaggevers slaagden erin met enkele werknemers contact te leggen en enkele uitspraken op te tekenen:
"We moeten te hard werken en ik ben altijd moe. Het is alsof je in het leger zit. We moeten uren stilstaan. Als we te veel bewegen worden we gestraft en moeten we nog langer stilstaan. Als de baas het wil, dan moeten we overwerken en mogen we pas terug naar de slaapvertrekken als de leiding toestemming geeft. Om half twaalf zijn we na een werkdag van 15 uur doodop ."
Volgens de Mail moeten de werknemers het in de bewuste fabriek met een salaris van 50 dollar per maand doen, en zijn de dagen van 15 uur eerder regel dan uitzondering. In andere faciliteiten zou het met 12 uur en 100 dollar per maand iets beter zijn, maar in het algemeen zou de helft van de salarissen weer terug aan het bedrijf worden betaald voor het eten en de huisvesting in de slaapzalen. De rest van het geld sturen de werknemers naar hun familie, waarvan velen moeite zouden hebben vergelijkbare bedragen met de landbouw te verdienen. Daarmee lijkt de situatie in China letterlijk op die in West-Europa tijdens de industriële revolutie van de achttiende en negentiende eeuw. Hoewel dergelijke leef- en werkomstandigheden op veel kritiek kunnen rekenen, stellen sommigen, zoals auteur James Kynge, dat de fabrieksarbeid een 'geschenk uit de hemel' is die de arbeiders en hun op het platteland achtergebleven families juist van dezelfde mogelijkheden voorziet als de West-Europese plattelanders tijdens de industriële revolutie - die op den duur aan een sterke algehele welvaartsstijging bijdroeg.
Bij gebrek aan vakbonden in China kunnen ondernemingen zoals Foxconn de lonen gemakkelijk laag houden. Arbeiders zouden geluk hebben als ze twee procent van de winst die op een iPod wordt gemaakt, in hun loonzakje terugzien; Foxconn zou minder dan tien procent van de opbrengst van een iPod op zijn rekening bijgeschreven krijgen. Apple zou veel meer geld opmaken aan marketing dan aan productie. De componenten van de iPod nano kosten samen circa 75 dollar, maar aangezien het er zo'n 400 zijn zouden lage lonen essentieel voor Apple zijn om de prijs concurrerend te houden. Dat lage lonen zich vertalen in buitenlandse orders zou ook goed begrepen worden door een aantal werknemers die met de verslaggevers spraken. Geen orders betekent geen werk, waarmee nog beroerdere leefomstandigheden zich aandienen.
Sommige bedrijven nemen zelf initiatieven om te trachten de omstandigheden te verbeteren waaronder hun producten worden geproduceerd. Zo heeft HP een manager in dienst wiens werk eruit bestaat om sociale en milieuomstandigheden te verbeteren in fabrieken waar HP-hardware in elkaar wordt gezet. Deze manager heeft Dell, IBM en Intel overgehaald om zich samen met HP in te zetten om een zogeheten Electronic Industry Code of Conduct op te stellen, die voor onderaannemers moet gelden en behoorlijke arbeidsomstandigheden moet garanderen. Voor zover bekend heeft Apple zich nog niet bij deze groep aangesloten. Vorig jaar startte de Consumentenbond een actie om consumenten bewust te maken van de omstandigheden waaronder veel computerapparatuur wordt gemaakt.
