Volgens diverse Chinese bronnen heeft de overheid van dit land het moederbedrijf van Foxconn verplicht een vakbond op te richten voor zijn werknemers in China. Het Taiwanese Hongfujin Precision Industry moet zijn tweehonderdduizend arbeiders in de stad Shenzhen onderdak geven in een bond die aangesloten is bij de Chinese Federatie van Vakbonden. De volksrepubliek kent voor inheemse bedrijven geen vakbonden zoals die bekend zijn in Europa, maar ziet wel graag dat buitenlandse bedrijven in China hun werknemers in bedrijfsspecifieke bonden plaatsen. De vakbond voor Foxconn-medewerkers moet voor het einde van het jaar het leven ingeblazen zijn. Deze stap is sinds 2004 al een wens van de overkoepelende organisatie voor werknemers. Foxconn is niet de enige die tot deze stap gemaand is; totaal zou de stad Shenzhen dertig bedrijven opgeroepen hebben voor het einde van het jaar een vakbond op te richten.
Het is onbekend in hoeverre deze stap van de Chinese overheid verband houdt met de controverse omtrent vermeende misstanden in de fabrieken van Foxconn. Volgens twee journalisten van het Britse Mail on Sunday zouden werknemers verplicht worden buitensporig lange werkdagen te maken tegen een abominabel loon. Dit zou plaatsvinden op het Foxconn-bedrijfsterrein, dat het meeste weg heeft van een fabrieksstad en over alle standaardfaciliteiten beschikt die een stedelijk leefgebied kent. Apple, dat zijn iPods door Foxconn laat maken, gaf toe dat er misstanden waren, maar haalde wel de angel uit de aantijgingen door de ergste claims te ontkennen. Ook Foxconn biechtte het een en ander op, maar wees de ernstigste beschuldigingen volledig van de hand en spande een rechtszaak tegen de journalisten aan wegens smaad. Het bedrijf eiste daarbij niet minder dan drie miljoen euro, inclusief beslaglegging op de persoonlijke bezittingen van het tweetal. Inmiddels is die claim afgezwakt tot het symbolische bedrag van 1 yuan, waarbij Foxconn aangaf dat het hen alleen gaat om het verdedigen van de eigen reputatie.
