Een aangepast voorstel voor chatcontrole van Denemarken lijkt voldoende steun te krijgen van EU-landen. Het voorstel is nog lang niet aangenomen. Hoewel het verplichte scannen van berichten niet langer in het voorstel staat, zijn critici negatief over het voorstel.
De Law Enforcement Working Party van de Raad van de Europese Unie heeft het voorstel woensdag besproken en de bezwaren van veel lidstaten lijken van tafel. Nu gaat het voorstel naar een andere voorbereidende instantie voordat de Raad van de Europese Unie het voorstel definitief maakt. De huidige tijdelijke regels rond het scannen van content ter bestrijding van kindermisbruikmateriaal lopen in april volgend jaar af.
De verplichte chatcontrole staat niet langer in het voorstel en is vervangen voor een permanente versie van vrijwillig mogen scannen, zo blijkt uit de debatnota. Het voorstel is er nog lang niet door. Er moet nog een mandaat komen van het Europees Parlement op basis van dit voorstel voordat het kan worden aangenomen. Ook moet er steun komen van het Comité van Permanente Vertegenwoordigers van alle landen.
Critici staan negatief tegenover dit nieuwe voorstel. Voormalig Europarlementariër Patrick Breijer van de Piratenpartij noemt het een 'politieke goocheltruc'. Vooral artikel 4 zou ervoor zorgen dat chatdiensten alsnog verplicht zouden moeten scannen. Artikel 4 gaat over het tegengaan van risico's. "Indien aanbieders van hostingdiensten en aanbieders van interpersoonlijke communicatiediensten een risico hebben vastgesteld dat de dienst wordt gebruikt voor online seksueel misbruik van kinderen, nemen zij alle redelijke risicobeperkende maatregelen om dat risico effectief te minimaliseren. De risicobeperkende maatregelen worden, waar mogelijk, beperkt tot een identificeerbaar onderdeel van de dienst, of tot specifieke gebruikers of specifieke groepen of typen gebruikers, zonder dat dit afbreuk doet aan de effectiviteit van de maatregel."
Het lijkt onmogelijk dat het voorstel end-to-end encryptie kan afschaffen. "Gezien de beschikbaarheid van technologieën die kunnen worden gebruikt om te voldoen aan de vereisten van deze verordening en tegelijkertijd end-to-end encryptie mogelijk te maken, mag niets in deze verordening worden geïnterpreteerd als een verbod, verzwakking of omzeiling, een verplichting tot uitschakeling, of het onmogelijk maken van end-to-end encryptie. Aanbieders moeten vrij blijven diensten aanbieden die end-to-end encryptie gebruiken en mogen door deze verordening niet worden verplicht om gegevens te decoderen of toegang te creëren tot end-to-end versleutelde gegevens", zo staat in het voorstel.
Bovendien moeten diensten met een hoog risico om kinderen te beschermen kinderen kunnen identificeren op hun platform door middel van bijvoorbeeld leeftijdsverificatie. Die leeftijdsverificatie moet wel ontworpen zijn met privacy in het achterhoofd. Het is zonder juridische beoordeling van het voorstel lastig te zeggen of de vrees van critici terecht is.