De Duitse overheid en Intel zijn volgens betrokkenen dicht bij een akkoord over een subsidie van 9,9 miljard euro voor de bouw van een geavanceerde chipfabriek. Eerder werd al 6,8 miljard euro subsidie toegezegd, maar dat vond de chipfabrikant te weinig.
Het Duitse Handelsblatt schrijft dit op gezag van betrokkenen binnen de regering en spreekt daarmee een officiële verklaring van minister van Financiën Christian Lindner tegen. Enkele dagen geleden zei de minister nog dat er geen budget is om bijna tien miljard euro uit te geven voor de bouw van de chipfabriek. Minister van Economische Zaken Robert Habeck zou de laatste tijd echter hard gewerkt hebben om de betreffende subsidieverhoging te bewerkstelligen.
Volgens dezelfde bronnen vinden dit weekend de laatste onderhandelingen tussen Intel en de Duitse overheid plaats. Daaropvolgend zou ceo Pat Gelsinger maandag naar het parlement komen om de bindende overeenkomst te tekenen.
Vorig jaar werd bekend dat Duitsland 6,8 miljard euro overheidssubsidie zou geven aan Intel voor de bouw van een chipfabriek in de Duitse stad Maagdenburg. Later stelde Intel zijn subsidie-eisen echter naar boven bij. Dat deed de fabrikant onder meer omdat de prijzen van de bouw en de energiekosten zijn gestegen. Daardoor is volgens de fabrikant een 'kostengat' ontstaan.
Opvallend genoeg zei Pat Gelsinger vorig jaar tijdens een Q&A-sessie met Europese media dat de energieprijzen 'geen bepalende factor' waren voor de bouw van een Duitse chipfabriek. De topman zei dat de beschikbaarheid van energie wel belangrijk was. "Uiteraard gebruiken we energie, maar dat is niet de grootste kostenpost van een fabriek", zei de topman in september. "Dat zijn eerder de kosten van de apparatuur en het gebouw. Natuurlijk zijn we bezorgd over de effecten van inflatie, maar de energieprijs is voor ons niet de bepalende factor."