Google heeft naar verluidt een tabletdivisie opgericht onder leiding van een oprichter van Android en lijkt zich weer serieus op de tabletmarkt te willen storten. Waar hebben we dat toch eerder gehoord? Een kleine geschiedenis van grote apparaten met Android.
De aanwijzingen dat Google zich weer serieus wil bezighouden met de tabletmarkt, stapelen zich op. Er is weer een aparte versie van Android voor apparaten met grote schermen: Android 12L. Het is voor het eerst sinds Android 3.0 Honeycomb dat er een aparte versie is voor tablets, ook al is 12L ook voor vouwbare smartphones bedoeld.
De andere aanwijzingen zijn elders op internet te vinden, zoals op LinkedIn. Rich Miner, die ooit samen met Andy Rubin Android oprichtte en zo bij Google kwam, is sinds maart vorig jaar technisch directeur van een divisie die 'Android Tablets' heet, volgens zijn profiel. Google heeft nu geen tablets in productie. In vacatureteksten laat Google intussen ook weten dat het veel toekomst ziet in tablets. "Wij geloven dat de toekomst van computers verschuift naar krachtigere en capabele tablets." Hoe die toekomst eruitziet wat producten betreft, is nog niet duidelijk. Het zou bij lange na niet Googles eerste poging zijn om tablets serieus te nemen, maar het is jaren geleden dat het bedrijf eigen Android-tablets uitbracht.
Een voorzichtig begin
Tablets bestaan al heel lang. In de eerste jaren van hun bestaan waren het geen grotere versies van telefoons, maar kleinere versies van desktops. De markt voor tablets in die vorm is nooit echt van de grond gekomen. De eerste keer dat Tweakers schreef over een tablet, ging het over de Web Pad van Diamond Multimedia. Dat is in januari 2000, inmiddels dus 22 jaar geleden.

Microsoft kwam in datzelfde jaar met het concept Tablet PC, de introductie volgde enkele jaren later. Tijdens een diner met toenmalig Apple-directeur Steve Jobs, Microsoft-oprichter Bill Gates en een niet nader genoemde medewerker van Microsoft rond 2002, praatte die medewerker uitvoerig over het toen nog grotendeels geheime project, schreef Walter Isaacsson in zijn Steve Jobs-biografie uit 2011. Het noopte Jobs om de volgende werkdag een plan te maken voor een tablet met OS X. Dat project leidde in eerste instantie tot de iPhone in 2007 en in 2010 tot de iPad.
De iPad brak de toen al jaren oude markt voor tablets open. Het apparaat liet zien dat het potentie had als smartphone in grote vorm, in plaats van als pc in kleine vorm. Geen wonder dus dat Google brood zag in tablets. Het had met Android immers een aanstormend mobiel besturingssysteem dat in die jaren steeds meer gebruikers aan zich wist te binden. En dus ging Google aan de slag met een aparte versie voor Android, speciaal voor tablets: Android 3.0 Honeycomb. Android-oprichter Andy Rubin liet het zien op een Motorola-tablet in 2010. De bedoeling was dat alle grote smartphonemakers ook Android-tablets gingen maken.
Dat gebeurde ook; Samsung omarmde de tablets direct en kwam vanaf 2010 met zijn Galaxy Tab-lijn. De Zuid-Koreaanse fabrikant wachtte niet eens op Honeycomb en bracht zijn eerste Tab eind 2010 uit met Android 2.3. Dat het een grote smartphone was, bleek ook uit het feit dat je ermee kon bellen.
Samsung-schermen | Galaxy Tab P1000 | Galaxy Note 20 Ultra | Galaxy S |
Jaar | 2010 | 2020 | 2010 |
Schermdiagonaal | 7,0" | 6,9" | 4,0" |
Schermhoogte | 15,34cm | 15,88cm | 8,71cm |
Schermbreedte | 8,99cm | 7,41cm | 5,23cm |
Oppervlakte | 137cm² | 117cm² | 46cm² |
Resolutie | 1024x600 pixels | 3088x1440 pixels | 800x480 pixels |
Met een 7"-scherm zou je denken dat smartphones nu bijna even groot zijn als tablets toen, dus om dat te vergelijken, hebben we de schermformaten op een rijtje gezet. Het scherm van de eerste Galaxy Tab is vooral een stuk breder dan huidige grote smartphoneschermen. Dat komt natuurlijk door de schermverhouding. De Tab is 15,35:9, tegenover 19,3:9 van de Note 20 Ultra.
Behalve Samsung gingen ook andere fabrikanten aan de slag met tablets. Het toen nog grote HTC kwam met de Flyer, een 7"-tablet met stylus. Motorola bracht een aantal tablets uit, net als andere fabrikanten. Het was een goudkoorts van Android-tablets in die jaren, maar er bleek al snel een probleem; de markt voor tablets bleek lang niet zo groot te worden als de fabrikanten hadden gehoopt.
Dat wil zeggen, in de eerste jaren was de groei onstuimig, maar dat is logisch als de verkopen laag zijn. Al snel nam de groei ernstig af. Dat had een aantal oorzaken. Ten eerste had Apple met de iPad een groot deel van de markt in handen, wat minder ruimte liet voor Android-tablets. Die laatste kregen bovendien een slechte naam door gebrek aan apps; Android-apps pasten zich niet of nauwelijks aan op het grotere scherm, iets wat ontwikkelaars voor iPads wel regelden. Maar ook de iPad had geen eeuwige groeiruimte en toen na enkele jaren veel huishoudens een tablet hadden liggen, ging de rek er al snel uit. Veel mensen bleken bovendien niet bereid om elk jaar of elke twee jaar een nieuwe tablet te kopen, iets wat bij smartphones toen wel gangbaar was. Het gevolg? Na de piek in 2014 namen de verkopen van tablets af.
Google-tablets
Terug naar Google, want in die eerste onstuimige jaren na de komst van de iPad liet Google zich niet onbetuigd. De speciale Android-versie voor tablets ging weg en in plaats daarvan werd de tabletinterface bij de reguliere versie van Android inbegrepen. Met een groter scherm kreeg je dus een iets andere interface, maar verder had Android dezelfde functionaliteit op een groter scherm. Dat begon bij Android 4.0 Ice Cream Sandwich en bleef zo tot Android 12.
Het bleef niet bij software. Google was inmiddels in samenwerking met fabrikanten telefoons gaan maken in de Nexus-serie. Dat begon met de Nexus One samen met HTC in 2010 en de Nexus S met Samsung in 2011.
In 2012 kwamen daar tablets bij. De eerste was de Nexus 7 samen met ASUS, maar daarna volgden nog de Nexus 10 met Samsung en de Nexus 9 met HTC. Bij smartphones verwezen de cijfers naar de generatie; de Nexus 5 was de vijfde Nexus-telefoon bijvoorbeeld. Bij tablets ging het om de schermdiagonaal; de Nexus 7-tablets hebben een 7"-scherm, de Nexus 10 een 10,1"-scherm en de Nexus 9 een 8,9"-paneel. Er zijn ook nog enkele tablets in de Pixel-lijn.
Google-tablets | Nexus 7 | Nexus 10 | Nexus 7 (2e gen) | Nexus 9 | Pixel C | Pixel Slate |
Release | Jul 2012 | Nov 2012 | Jul 2013 | Dec 2014 | Dec 2015 | Okt 2018 |
OS bij release | Android 4.1 | Android 4.2 | Android 4.3 | Android 5.0 | Android 6.0 | Chrome OS |
Fabrikant | ASUS | Samsung | ASUS | HTC | ||
Scherm | 7,0" | 10,1" | 7,0" | 8,9" | 10,2" | 12,3" |
Soc | Nvidia Tegra 3 | Exynos 5250 | Qualcomm S4 Pro | Nvidia Tegra K1 | Nvidia Tegra X1 | Intel Kaby Lake |
Prijs bij release | 249 euro | 399 euro | 269 euro | 389 euro | 499 euro | 699 dollar |
De tablets tonen de richting waarin Google dacht. Eerst verschenen er drie in een jaar: de Nexus 7, Nexus 10 en Nexus 7 van de tweede generatie. Die waren relatief goedkoop, net als de Nexus-smartphones in die tijd. De bedoeling was duidelijk om marktaandeel te pakken tijdens deze goudkoortsperiode van tablets. Nieuwe tablets werden daarna snel duurdere modellen. Dat had alles te maken met de markt. De markt voor goedkope tablets werd volwassener. Amazon had met zijn Fire-tablets in de VS een deel van die markt voor goedkope tablets te pakken en Samsung deed hetzelfde met Galaxy Tab A-tablets in de rest van de wereld. Nu duidelijk werd wat te verwachten was van een goedkope tablet, kwam er ruimte voor duurdere. Waar de eerste Nexus 7 uitkwam voor 250 euro, kostte de Pixel C een paar jaar later al 500 euro of meer en dan kon je daar nog een toetsenbord bij kopen.
Apple dacht inmiddels in dezelfde richting. Nadat het eerst had geprobeerd om tablets goedkoper aan te bieden met de iPad mini, kwam het daarop terug en verkocht het vanaf 2015 juist een duurdere tablet in de vorm van de iPad Pro.
Google probeerde het nog op een andere manier. Het wisselde Android in voor Chrome OS, dat beter is toegerust op grotere schermen. De Pixel Slate kwam uit met een optioneel toetsenbord, een optionele pen en een Intel-processor. De goedkoopste versie kostte 700 dollar, maar de duurste kwam boven de 1500 dollar uit. De serie stopte met de Slate en sindsdien kwamen er geen nieuwe Google-tablets meer uit.
:strip_exif()/i/2000881521.jpeg?f=imagenormal)
En nu?
De tabletmarkt is na een jarenlange neergang weer aan het groeien. Het dieptepunt lag in 2019 met 144 miljoen geleverde tablets wereldwijd en dat aantal zit inmiddels weer in de lift. De precieze cijfers over 2021 zijn nog niet bekend, maar het zal uitkomen rond 170 miljoen exemplaren. Dat is stevig minder dan de piek van 230 miljoen in 2014, maar het is nog steeds groei.
Bovendien is de markt nu veranderd. Waar de nadruk in 2014 lag op goedkope tablets, is het nu vooral de high-end markt die de aandacht trekt. Apple vraagt zonder blikken of blozen 1000 euro of meer voor een iPad Pro en binnenkort komt ook Samsung weer met een high-end tablet in de vorm van de Galaxy Tab S8 Ultra. Android 12L lijkt ook op die markt gericht. De tablets met Android 12L zijn er nog niet, maar het OS is óók bedoeld voor vouwbare smartphones en dan natuurlijk vooral de modellen die zich laten uitvouwen tot tabletformaat, zoals de Samsung Galaxy Z Fold3, OPPO Find N en Xiaomi Mix Fold. Die draaien dat besturingssysteem momenteel nog niet.
Wat Google zelf precies van plan is, is onderdeel van speculatie. Er gaan al maanden geruchten over een Pixel Fold, een apparaat dat wat formaat betreft ongeveer overeen zou komen met de OPPO Find N. En er komen dus wellicht nieuwe Android-tablets van Google. Daarover is vooralsnog niets uitgelekt. Dat valt op, omdat over alle Google-hardware vroegtijdig informatie naar buiten komt. Dat lijkt erop te wijzen dat een introductie nog niet dichtbij is.
De markt voor tablets is nu een stuk volwassener dan tien jaar geleden. Apps zijn bovendien schaalbaarder geworden en met Chrome OS heeft Google ervaring met het draaien van Android-apps op grotere schermen. De vraag is wat Google zal proberen te bieden op de tabletmarkt. Chrome OS is voor goedkope laptops op bijvoorbeeld scholen, Pixel-telefoons onderscheiden zich met snelle updates en upgrades, en met de camera's, maar wat is er op het gebied van tablets toe te voegen? Het ligt voor de hand dat Google het gooit op lange ondersteuning. De Pixel 6-telefoons met de eigen Tensor-soc moeten vijf jaar beveiligingsupdates krijgen en voor tablets, die vaak langer meegaan dan telefoons, zou een langere ondersteuningsperiode een verschil kunnen maken. Het is een manier om meer uit de eigen soc-ontwikkeling te halen zonder meer Pixel-telefoons te maken.
Als Google het weer gaat proberen op de tabletmarkt, is dat dus zeker niet de eerste keer. Na de ervaringen met Android 3.0 Honeycomb, de kleine en goedkope Nexus 7-tablets, de duurdere Nexus 9 en Pixel C, en de op Chrome OS draaiende Pixel Slate heeft Google in elk geval een voldoende aantal keren gezien hoe het tablets níet tot een doorslaand succes maakt. De vraag is of de zoekgigant het deze keer wél kan.