De Duitse kartelwaakhond Bundeskartellamt gaat onderzoeken of Apple 'aanmerkelijke macht' heeft op de markt en of het bedrijf daar misbruik van maakt. Het onderzoek draait voornamelijk om de App Store. Het Bundeskartellamt startte eerder deze onderzoeken naar onder meer Google.
Eerst gaat het Bundeskartellamt onderzoeken of Apple daadwerkelijk die aanmerkelijke macht heeft binnen bepaalde markten. Het zou, in het geval van Apple, bijvoorbeeld kunnen gaan om de smartphone-, smarthome- of smartwatch- of softwaremarkten. De vraag is dan of Apple binnen ecosystemen zodanig veel macht heeft dat ermee concurreren lastig is.
President van het Bundeskartellamt Andreas Mundt zegt dat het onderzoek zich voornamelijk richt op de App Store. Het gaat hierbij om hoe deze appwinkel werkt. De autoriteit doet dit omdat Apple met de winkel veel manieren zou kunnen hebben om de zakelijke activiteiten van derde partijen te kunnen beïnvloeden.
Bij de tweede stap zou de waakhond onderzoeken of Apple die macht daadwerkelijk misbruikt. De autoriteit zegt meerdere klachten te hebben ontvangen over potentieel concurrentiebeperkend gedrag. Het gaat bijvoorbeeld om advertentie- en mediabedrijven die klagen over hoe Apple tracking heeft beperkt met iOS 14.5. Ook is er een klacht omtrent Apples exclusieve installatie van bepaalde software op Apple-apparaten.
Daarnaast klagen ontwikkelaars over de verplichting om Apples in-app betaalsysteem te gebruiken en daarbij dertig procent af te dragen aan Apple. Deze ontwikkelaars klagen ook over hoe ze binnen Apples App Store worden beperkt om reclame te maken. De Europese Commissie onderzoekt deze klachten van de ontwikkelaars ook, na een eerdere, vergelijkbare klacht van Spotify. Het Bundeskartellamt gaat daarom 'waar nodig' in gesprek met de EC en andere concurrentieautoriteiten over deze onderwerpen.
Het Bundeskartellamt start het onderzoek wegens een nieuwe Duitse wet die dit jaar van kracht is geworden. Deze wet moet bedrijven met aanmerkelijke marktmacht sneller beperkingen op kunnen leggen. Het gaat bijvoorbeeld om het voorkomen dat eigen producten of diensten aantrekkelijker worden gepresenteerd dan die van concurrenten, of het verbieden van het leveren van exclusieve, eigen software en diensten op apparaten. De autoriteit startte eerder vergelijkbare onderzoeken naar Google, Amazon en Facebook.