Maxon heeft nieuwe versies van zijn benchmarksoftware Cinebench en 3d-renderprogramma Cinema 4D uitgebracht, die werken op de Arm-architectuur. De software is daarmee compatibel met Apples nieuwe Macs die met de M1-soc zijn uitgerust.
Cinebench en Cinema 4D maken gebruik van dezelfde onderliggende engine, daardoor zijn beide programma's met door Maxon gemaakte aanpassingen compatibel met Apples nieuwe Arm-hardware. Het gaat om de MacBook Air, MacBook Pro 13" en de Mac mini met M1-soc, die volgende week uitkomen.
Cinebench is een populaire benchmark voor het meten van prestaties van processors, die ook door Tweakers gebruikt wordt in reviews. Met versie R23 moet het mogelijk worden om de prestatieverschillen tussen x86-processors van AMD en Intel en Apples M1-soc op basis van de Arm-architectuur inzichtelijk te maken. De benchmarksoftware heeft nog geen ondersteuning voor Arm-socs in Windows-laptops.
Maxon stelt dat Cinebench R23 in verschillende opzichten verbeterd is ten opzichte van eerdere versies. De resultaten zouden stabieler en nauwkeuriger zijn bij high-end systemen. Via de geavanceerde settings kunnen gebruikers een minimale tijd opgeven, om de benchmark langer te laten draaien en zo te kijken of het systeem last heeft van throttling.
De scores die Cinebench R23 rapporteert, zijn niet te vergelijken met eerdere versies van Cinebench. Vanwege aanpassingen aan de code en de compiler heeft Maxon het puntensysteem aangepast. De scores die de nieuwe benchmark weergeeft, zijn veel hoger dan bij eerdere versies. Een Ryzen 5 3600X scoort in R23 bijvoorbeeld 9399 punten, terwijl de score in R20 op 3617 punten uitkomt.
Verder meldt Maxon dat de nieuwe versie van Cinema 4D met Apple M1-ondersteuning direct beschikbaar is als de nieuwe MacBooks en Mac mini uitkomen. Door de update draait de software native op de Arm-architectuur en is er geen prestatieverlies door emulatie.