Apple zet iOS-apps die de Core Location-api gebruiken, niet automatisch in de Mac App Store. Ontwikkelaars van die apps krijgen een mail met het verzoek de app aan te passen. Vanaf volgende week staan veel andere iOS-apps wel standaard in de Mac App Store.
De Core Location-api geeft apps na toestemming toegang tot een grove of precieze schatting van de locatie van het apparaat. Omdat de komende Macs met Apples eigen op Arm gebaseerde M1-soc geen gps of mobiel internet aan boord hebben, is het bepalen van de locatie beperkt. Apple zet die apps dus niet in de Mac App Store, schrijft 9to5Mac.
Ontwikkelaars kunnen ook aangeven dat ze niet willen dat hun apps in de Mac App Store verschijnen. Onder meer Google en Facebook hebben dat gedaan. Als ontwikkelaars niet hebben gecheckt of hun app werkt op macOS, staat er de melding bij dat de app is ontworpen voor iOS en niet geverifieerd is voor macOS.
De iOS-apps verschijnen vanaf donderdag in de Mac App Store, als macOS Big Sur uitkomt. De MacBook Air, MacBook Pro en Mac mini met Apple M1-soc verschijnen volgende week. Uiteindelijk gaat Apple alle nieuwe Macs van een zelf ontwikkelde Arm-soc voorzien.
Terugkijken: video over aankondiging overstap naar Arm