MacOS 11
Apple hield onlangs zijn WWDC-evenement voor ontwikkelaars en dit is er een om te onthouden, want het bedrijf bleek veel veranderingen in petto te hebben. Het mobiele besturingssysteem iOS krijgt bijvoorbeeld flinke wijzigingen op het homescreen, met een nieuwe appbibliotheek en een nieuwe manier om widgets toe te passen. Op hardwaregebied kondigde Apple aan binnen twee jaar volledig over te stappen op eigen processors, gebaseerd op de ARM-architectuur, en Intels x86-processors dus te dumpen.
:strip_exif()/i/2003682750.jpeg?f=imagearticlefull)
Het besturingssysteem dat die eerste Apple ARM-processors zal ondersteunen, heeft de naam Big Sur gekregen. Apple ziet het als een grote mijlpaal en geeft het een nieuw major-versienummer: 11.0. In deze preview bekijken we in vogelvlucht de grootste veranderingen in macOS 11. Dat doen we op basis van de eerste bèta van macOS 11 voor ontwikkelaars. Er zal ongetwijfeld nog aan het besturingssysteem gesleuteld worden voor de uiteindelijke release, die zoals gebruikelijk in het najaar zal plaatsvinden.
Hardwarecompatibiliteit
Om te beginnen zal Big Sur niet op iedere Mac draaien waarop nu Catalina, ofwel macOS 10.15 draait; een aantal modellen zal blijven steken op die versie van het besturingssysteem.
|
Big Sur |
blijft op Catalina |
MacBook (12") |
2015-model en nieuwer |
- |
MacBook Air |
2013-model en nieuwer |
2012-model |
MacBook Pro |
Eind 2013-model en nieuwer |
2012- en begin 2013-modellen |
Mac mini |
2014-model en nieuwer |
2012-model |
iMac |
2014-model en nieuwer |
2012-2013-modellen |
iMac Pro |
2017-model en nieuwer |
- |
Mac Pro |
2013 en nieuwer |
- |
De modellen die op Catalina blijven hangen, zijn voorzien van Intel Haswell-processors met geïntegreerde HD4xxx-gpu's of van Nvidia-gpu's uit de GT6xx- en GT7xx-serie. Het lijkt erop dat Apple die videokaarten in macOS 11 niet meer ondersteunt. Iets dergelijks gebeurde overigens ook bij de overstap van High Sierra (10.13) naar Mojave (10.14), want toen introduceerde Apple zijn Metal-api en maakte het geen driver voor Intel-gpu's uit de HD3000-serie.
Weer meer iOS
Als je een nieuwe major-versie van je besturingssysteem uitbrengt, moet je wel het verschil kunnen zien met de vorige versie, zullen ze bij Apple gedacht hebben. Het uiterlijk van Big Sur is dan ook behoorlijk vernieuwd, maar toch herkenbaar gebleven, want veel nieuwe elementen zijn van iOS geleend.
MacOS 10.15 Catalina (links) en macOS 11 Big Sur
Dat is duidelijk te zien in de Dock, waarin de icons van de standaard meegeleverde software vierkant zijn geworden, met afgeronde hoeken, net als op iOS. Bij de iconen van bijvoorbeeld Maps, FaceTime en Instellingen is een schaduw toegevoegd om een gevoel van diepte te creëren. Die schaduw komt terug in de menubalk, waarbij ook een schaduw aanwezig is onder alle elementen die daarop staan. Dat geeft het gevoel dat dat ze 'loskomen' van de menubalk. De menubalk zelf is niet meer licht- of donkergrijs, afhankelijk van het thema dat je instelt, maar gedeeltelijk doorzichtig en kleurt mee met de achtergrond die je instelt.
/i/2003682726.png?f=imagearticlefull)
Er zit een nieuw knopje in de menubalk, dat iOS-gebruikers herkennen van het Control Center op iOS. De functionaliteit is daarmee vergelijkbaar; je kunt er onder andere voorkeuren voor geluid, beeldschermhelderheid, wifi, AirDrop en AirPlay instellen. Elementen uit het Control Center kun je ook naar de menubalk slepen, zodat je er direct toegang toe hebt. Op die manier kun je bijvoorbeeld snel je muziekspeler pauzeren of naar het volgende nummer skippen. Het is interessant om te zien dat Apple het Control Center in macOS toevoegt, want het grootste deel van die functionaliteit zit sinds jaar en dag in de bovenste knoppenrij van het toetsenbord en bij nieuwere MacBooks in de TouchBar.
We blijven even in de menubalk, want daar ontbreekt ook een knopje: dat van het menu waarin widgets en notificaties staan. Dat is nu verstopt onder de klok en als je erop klikt, krijg je het widget- en notificatiemenu te zien. Dat is gecombineerd, met bovenaan de notificaties, die nu per app worden gegroepeerd. De widgets die Apple standaard in macOS meelevert, zijn voor het merendeel in verschillende formaten aanwezig en doen denken aan de widgets die Apple in iOS 14 introduceert. Het blijft overigens niet bij widgets die door Apple zelf zijn gemaakt, want ontwikkelaars kunnen ook eigen widgets voor hun apps ontwikkelen.
Behalve afgeronde hoeken krijgen de vensters in macOS Big Sur een wat frissere uitstraling, waarbij in plaats van licht grijs vaker wit wordt gebruikt en waarbij knoppen met tekst worden vervangen door knoppen met symbolen. Daardoor ziet het geheel er opgeruimder uit, zoals te zien is in de Kaarten-applicatie.
Apple meldt overigens dat die hele applicatie is vervangen door de Kaarten-app uit iOS en dat het daarvoor gebruik heeft gemaakt van Catalyst, de software die ervoor zorgt dat developers gemakkelijk een codebase kunnen delen tussen een iOS- en een Mac-app. Kaarten heeft ook wat handige updates, zoals de mogelijkheid om routes voor elektrische auto's te plannen, via oplaadpunten onderweg op het moment dat de accu leeg begint te raken. Je moet daarvoor wel een iPhone met iOS 14 bezitten en de juiste auto, want voorlopig heeft Apple alleen nog samenwerking met BMW en Ford aangekondigd. Voor fietsers is het interessant dat Apple fietsroutes gaat ondersteunen in Kaarten, maar voorlopig is dat alleen in een handjevol Amerikaanse en Chinese steden. Alleen in de Verenigde Staten zijn ook kaarten beschikbaar met onder meer beter gedetailleerde wegen, stranden, parken, gebouwen en luchthavens. Later dit jaar komen die er voor meer landen, waaronder Canada, Ierland en het Verenigd Koninkrijk.
Een ander trucje dat de gebruiker een gevoel van opgeruimdheid moet geven, is het gebruik van meer ruimte rondom de items in de menu's in de menubalk. Als je een tijdje met Big Sur gewerkt hebt en teruggaat naar Catalina, doen de menu's in dat laatste besturingssysteem lelijk grijs en op elkaar gepropt aan.
Safari en energiebeheer
Apple levert Big Sur met een nieuwe versie van zijn Safari-browser met versienummer 14. Nummer 14 moet weer sneller en efficiënter zijn, maar belangrijker is misschien wel de focus op aanpasbaarheid aan de ene kant en privacy aan de andere.
Om te beginnen met de aanpasbaarheid: vanaf versie 14 ondersteunt Safari de WebExtensions-api, waardoor het gemakkelijker wordt voor ontwikkelaars om hun browseradd-ons voor verschillende browsers te ontwikkelen. Voor de Safari-extensies komt een aparte categorie in de App Store, waaruit je ze gemakkelijk kunt downloaden. Hier komt ook al een nieuw privacyaspect om de hoek kijken, want extensies kunnen toegang krijgen tot je surfgedrag. Apple demonstreerde dat je de nieuwe extensies apart moet toestaan om hun werk te doen en dat je ze kunt beperken tot een bepaalde tijdsduur of geselecteerde websites. We hebben een aantal extensies geïnstalleerd in Safari 14, maar daarbij bleek het niet mogelijk om dergelijke instellingen te wijzigen. Je krijgt wel een waarschuwing te zien over waartoe een extensie toegang heeft als je die inschakelt.
/i/2003682744.png?f=imagenormal)
Een andere plek van aanpasbaarheid is het beginscherm van de browser, dat je ook krijgt te zien als je een nieuwe tab opent. Je kunt kiezen wat daar weergegeven wordt, bijvoorbeeld je favorieten of suggesties van Siri, en je kunt de achtergrond aanpassen met een eigen foto. Je kunt ook het privacyrapport laten zien, want Apple wil de privacy van zijn gebruikers verbeteren met een ingebouwde blocker voor cross-site trackers. Apple gebruikt de informatie van DuckDuckGo om trackers te detecteren en de functie is standaard ingeschakeld, maar eventueel uit te schakelen.
Apple toonde ook dat er sinds Safari 14 favicons te zien zijn op de tabbladen in de browser, maar dat is niet echt nieuw, het stond in eerdere versies van Safari gewoon niet standaard aan. Wel nieuw is dat je een preview van de website in de tab te zien krijgt als je met je muispijltje boven een ongeopende tab zweeft.
Een ander securitypuntje is dat Safari vanaf versie 14 aan password monitoring doet, waarbij het periodiek login-informatie die in de browser is opgeslagen, controleert aan de hand van een lijst met websites waarvan gebruikersgegevens op straat zijn gekomen. Welke lijst(en) Apple daarvoor gebruikt, is niet bekend. Tot slot heeft Apple bekendgemaakt dat Safari een ingebouwde vertaler zou krijgen, maar dat blijkt (voorlopig) beperkt te zijn tot gebruikers in de Verenigde Staten en Canada. Safari kan daarbij webpagina's in het Engels, Spaans, vereenvoudigd Chinees, Frans, Duits, Russisch en Braziliaans Portugees vertalen.
Onder de motorkap is nog meer gebeurd. Zo ondersteunt Big Sur 'geoptimaliseerd laden', zoals Apple ook op de iPhone al doet. Daarbij wordt de laadsnelheid verlaagd als de laptop 'weet' dat hij voor een langere tijd op een oplader is aangesloten. Dat 'leert' het besturingssysteem op basis van je dagelijkse routine. Door langzamer te laden moeten de accucellen minder snel slijten. Aan de voorkant is er ook wat gewijzigd, want bij de systeemvoorkeuren is de Energiestand vervangen door het nog niet in het Nederlands vertaalde Battery. Daarin is net als in iOS te zien wanneer je hoeveel energie hebt gebruikt. De functie lijkt nog niet helemaal af, want de tweede grafiek van 'Tijd scherm actief' blijft leeg.
Dit alles is een greep uit de nieuwe zaken die Apple naar macOS Big Sur brengt. De volledige lijst is een stukje langer en is hier te vinden.
Voorlopige conclusie
Als je met de bèta van Big Sur aan de slag gaat, voelt het besturingssysteem aan als een evolutie van Catalina. Net als bij eerdere versies van macOS zijn er in Big Sur weer wat meer interface-elementen geleend van iOS. De opvallendste zijn de iconen in de dock en het Control Center dat in de menubalk is geplaatst. Het besturingssysteem is echter nog duidelijk herkenbaar als een nieuwere versie van macOS X. Wat dat betreft voelt het eerder aan als macOS 10.16 dan als macOS 11. Grappig genoeg stond bij de installatie van de bètaversie van het besturingssysteem ook nog '10.16' in beeld, maar na het afronden van de installatie werd wel degelijk melding gemaakt van macOS 11.0.
De bètasoftware draaide op ons systeem behoorlijk stabiel en leverde slechts één keer een onverwachte reboot op. Nog niet alle software werkt zoals zou moeten, want we hadden bij de plug-ins in Safari niet de mogelijkheden die Apple heeft beloofd en grafiekjes in het Battery-overzicht werden ook nog niet netjes gevuld. Dat zijn echter zaken die in de komende maanden worden opgelost, als Apple toewerkt naar het uitbrengen van de definitieve versie van macOS Big Sur in het najaar.
Van de verbeteringen in het besturingssysteem is de vernieuwde Safari-browser misschien wel de interessantste. Apple wil duidelijk marktaandeel van Chrome en Firefox afsnoepen en doet dat door het voor developers gemakkelijker te maken om plug-ins voor Safari te ontwikkelen. Aan de andere kant is er een duidelijke focus op privacy met de trackingblocker die standaard aanstaat en het privacyrapport, dat er wellicht voor onervaren gebruikers wat intimiderend uitziet.
De belangrijkste wijziging, en een goede reden om Big Sur 11.0 en niet 10.16 te noemen, hebben we nog niet besproken. Dit is namelijk het besturingssysteem dat op Apples eigen ARM-processors gaat draaien en ongetwijfeld voor die hardware is geoptimaliseerd. Hoe het op die hardware draait, weten we nog niet, want we hebben nog geen ARM-Mac in huis. De eerste Mac met Apples eigen processor moet eind 2020 beschikbaar komen en dan zullen we die vergelijking uiteraard maken.