Apple gaat zijn Safari-browser met de introductie van macOS 11 Big Sur van een grote update voorzien. Er komt ondersteuning voor de WebExtensions-api, zodat ontwikkelaars bestaande extensies naar Safari kunnen brengen. Ook bouwt Apple een vertaalfunctie in.
Apple legt bij de komst van meer extensies naar Safari de nadruk op privacy. De externe toevoegingen kunnen volgens het bedrijf een risico vormen en gebruikers kunnen bijvoorbeeld aangeven dat een extensie maar een dag actief mag zijn, of op een bepaalde site.
Omdat Safari ondersteuning krijgt voor de WebExtensions-api, kunnen ontwikkelaars hun bestaande extensies voor andere browsers gemakkelijk overzetten. Onder andere Firefox gebruikt die api. Apple gaat de Safari-extensies via zijn Mac App Store aanbieden.
De nieuwe versie van Safari wordt later dit jaar uitgebracht samen met macOS 11 Big Sur. Apple claimt dat de vernieuwde browser sneller is en dat veelbezochte websites 50 procent sneller laden dan in Chrome. Ook het ontwerp van tabs wordt aangepast. Die tonen nu meer informatie, waaronder een favicon. Als gebruikers de muis over een tab bewegen, wordt een preview weergegeven van de inhoud.
Ook krijgt Safari een aanpasbare startpagina en een ingebouwde vertaalfunctie. Laatstgenoemde werkt met zeven talen. De aankondigingen van Safari vallen samen met de introductie van macOS 11 Big Sur. Die versie van het besturingssysteem krijgt een grote designupdate en bevat onder andere een Control Center, dat lijkt op dat van iPad OS. De nieuwe macOS-versie werkt zowel op Macs met ARM-chips als met Intel-processors.