Airbus heeft conceptontwerpen getoond van een drietal verschillende, toekomstige passagiersvliegtuigen die allemaal waterstof als primaire krachtbron hebben. De Europese vliegtuigbouwer zegt op 2035 te mikken om de vliegtuigen uit te brengen.
Het gaat om drie verschillende passagiersvliegtuigen die allemaal worden aangeduid met de codenaam ZEROe, waarmee Airbus wil benadrukken dat het klimaatneutrale vliegtuigen zijn die geen CO2 uitstoten. Het gaat om drie ontwerpen die elk een andere aanpak vertegenwoordigen, waarbij allerlei technieken en aerodynamische configuraties worden toegepast om te komen tot hetzelfde duurzame doel.
Allereerst toont Airbus een passagiersvliegtuig dat afgezien van de verlengde vleugels erg lijkt op de huidige passagiersvliegtuigen. Dit turbofan-model moet 120 tot 200 passagiers gaan vervoeren over afstanden van meer dan 3700km. Dat wordt mogelijk gemaakt door een aangepaste gasturbinemotor die gebruikmaakt van vloeibaar waterstof. Ter vergelijking: een huidige A320 van Airbus, vergelijkbaar met de Boeing 737, vliegt zo'n 5600km.
Daarnaast komt er een turboprop-model met propellers, waarbij ook aangepaste, van waterstof gebruikmakende gasturbinemotoren worden ingezet. Dit toestel is wat kleiner en is bedoeld voor kortere afstanden, met een bereik van meer dan 1850km.
Het meest futuristisch ogende concept is het blended-wing body-ontwerp, waar maximaal 200 passagiers in zouden kunnen. Bij dit ontwerp vormen de vleugels en de romp in feite een geheel. Het bereik zou meer dan 3700km bedragen en door de relatief brede romp zijn er meerdere opties voor het opslaan van de waterstof en het inrichten van de cabine voor de passagiers.
Airbus zegt bij monde van ceo Guillaume Faury dat deze concepten zullen bijdragen aan het verkennen en het volwassen maken van het ontwerp en de lay-out van het eerste klimaatneutrale commerciële vliegtuig. Hij zegt er wel bij dat de transitie naar waterstof nogal wat doortastendheid zal vergen van het gehele luchtvaartecosysteem en dat er ook steun nodig zal zijn van overheden en industriële partners. Ook zal er bij vliegvelden nogal wat moeten gebeuren, zoals bij de infrastructuur voor het tanken van de vliegtuigen.