Ruimtesonde Cassini is begonnen aan de laatste serie van vijf duikvluchten tussen Saturnus en diens ringen. Tijdens deze vluchten komt de sonde bijzonder dicht bij de planeet, om vervolgens aan het einde van de vijfde duikvlucht, op 15 september, te verbranden in de atmosfeer.
Tijdens de laatste vijf vluchten, waarbij de sonde tussen Saturnus en de ringen vliegt in een baan om de planeet, zal Cassini tot 1600 km boven de toppen van de wolken van Saturnus vliegen. Door zo dicht langs de planeet te vliegen, moet de sonde zijn kleine raketmotoren gebruiken om stabiel te kunnen blijven vliegen door de dichte atmosfeer.
Cassini begon eind april met de eerste van een serie van 22 vluchten om Saturnus. Elke baan om de planeet duurt ongeveer een week. Op 15 september zal de sonde bewust dermate dicht langs Saturnus scheren dat hij in de atmosfeer terechtkomt en daar zal verbranden. Dit wordt mogelijk door de zwaartekracht van de maan Titan, die Cassini's baan om Saturnus op 11 september dermate zal afremmen dat de sonde te diep in de atmosfeer terechtkomt.
Daarmee komt na twintig jaar een einde aan de missie. De missie wordt beëindigd omdat Cassini weinig brandstof meer overheeft na 13 jaar in een baan om Saturnus te hebben gevlogen. Als er niets zou worden gedaan en de brandstof opraakt, zullen de missieoperators op den duur de controle over de sonde verliezen. De NASA wil voorkomen dat Cassini, eenmaal onbestuurbaar, op een van Saturnus' manen zoals Titan of Enceladus crasht en daar voor verontreiniging zorgt.
De missie met de Cassini-Huygens is een samenwerking tussen de NASA, de ESA en de Italiaanse ruimtevaartorganisatie ASI. Cassini werd in 1997 gelanceerd aan boord van de Titan IV-raket van de Amerikaanse luchtmacht. De sonde kwam in 2004 in een baan om Saturnus. De sonde heeft tijdens zijn missie veel informatie over en foto's van Saturnus, diens ringen en bijvoorbeeld de twee manen Titan en Enceladus naar de aarde gezonden.
Zo heeft de NASA op basis van metingen van Cassini geconcludeerd dat er waterstofmoleculen in de gaspluimen van de geiserachtige fonteinen van Enceladus zitten. Deze ontdekking wijst volgens de NASA op het bestaan van hydrothermische activiteit in de oceaan van de kleine maan, die zich onder de ijslaag aan de oppervlakte bevindt. Dit maakt deze ijsmaan een interessante kandidaat voor toekomstige missies om te zoeken naar leven.
Animatie van de NASA over onder meer de allerlaatste vluchtfase van Cassini.