De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA laat weten dat Voyager 2 de heliosfeer achter zich heeft gelaten en zich inmiddels in de interstellaire ruimte bevindt. Dit is het deel van een sterrenstelsel waar zich geen sterren en planetenstelsels bevinden.
De NASA meldt dat het meest overtuigende bewijs voor de conclusie dat Voyager 2 de heliosfeer voorbij is, afkomstig is van data van het Plasma Science Experiment, een instrument aan boord van de sonde. Tot voor kort was de ruimte om Voyager 2 heen gevuld met plasma afkomstig van de zon. Dit instrument detecteerde begin november een sterke afname in de snelheid van de zonnewinddeeltjes. Daarna heeft het plasma-instrument in het geheel geen zonnewind meer gedetecteerd in de nabijheid van Voyager 2, waardoor wetenschappers ervan overtuigd zijn dat de sonde zich in de interstellaire ruimte bevindt.
Data van drie andere instrumenten, waaronder het kosmische straling metende Cosmic Ray Subsystem-instrument en het Low Energy Charged Particle-instrument bevestigen de conclusie dat Voyager 2 de heliosfeer achter zich heeft gelaten. De heliosfeer is de naam voor een beschermend gedeelte waar de zonnewind overheerst, met deeltjes en magnetische velden. In de buitenste laag van de heliosfeer wordt de zonnewind afgeremd door de druk van interstellair gas.
De NASA meldt dat Voyager 2 zich nu op een afstand van 18 miljard kilometer van de aarde bevindt. Communicatie met de sonde is nog altijd mogelijk; ook al gaan de signalen met de lichtsnelheid, ze zijn tussen de sonde en de aarde nog altijd 16,5 uur onderweg. Voyager 1 bevindt zich al langer in de interstellaire ruimte. Beide sondes genereren stroom door het verval van radioactief materiaal, met behulp van thermo-elektrische radio-isotopengeneratoren.