Duitse onderzoekers hebben vastgesteld dat het binnenste van Saturnus-maan Enceladus complexe macromoleculen bevat die bestaan uit vele atomen en die veel zwaarder zijn dan de tot nu toe ontdekte moleculen.
De onderzoekers hebben deze conclusie getrokken op basis van data die afkomstig is van twee instrumenten die aan boord waren van Cassini, het ruimtevaartuig dat in 2005 door de gaspluimen van Enceladus vloog. Het is voor het eerst dat is vastgesteld dat zich complexe organische moleculen in de maan Enceladus bevinden.
Het gaat om gegevens die zijn verkregen door een massaspectrometer en een cosmic dust analyzer; bij de eerste wordt de chemische samenstelling van de gaspluim in kaart gebracht, terwijl bij het tweede instrument de impact van de moleculen tegen een sensor wordt gemeten, waarmee de massa wordt bepaald. Ongeveer drie procent van de gemeten moleculen bleek in de buurt te komen van de grenzen van de gevoeligheid van de sensor, die niet hoger meet dan tweehonderd atomaire massaeenheden.
Tot nu toe waren er alleen simpele organische verbindingen gevonden met een grootte van minder dan vijf koolstofatomen. De NASA ontdekte eerder op basis van metingen van ruimtevaartuig Cassini dat er waterstofmoleculen in de gaspluimen zitten. Deze gaspluimen worden door geiserachtige fonteinen op de zuidpool van de maan de ruimte in geblazen.
De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie concludeerde dat dit wijst op het bestaan van hydrothermische activiteit in de in 2015 ontdekte oceaan van de kleine maan Enceladus, die zich onder de ijslaag aan de oppervlakte bevindt. Deze activiteit is een energiebron, wat naast de aanwezigheid van water en organische moleculen wordt beschouwd als een van de drie voorwaarden voor de eventuele aanwezigheid van buitenaards leven.
De onderzoekers, die nu hebben vastgesteld dat er ook complexe organische moleculen te vinden zijn in Enceladus, stellen dat dit nog geen hard bewijs vormt voor de aanwezigheid van leven, aangezien biologische reacties niet de enige potentiële bronnen zijn voor de vorming van complexe organische moleculen. De aanwezigheid van deze moleculen is echter wel iets dat wordt verwacht als er sprake is van leven.
De wetenschappers zouden graag zien dat in navolging van Cassini snel een nieuw ruimtevaartuig koers zet naar Enceladus om nieuwe metingen te doen. Ze wijzen erop dat er nergens een plek is waar het eenvoudiger is om een buitenaardse oceaan te onderzoeken. Dat komt doordat een ruimtevaartuig bij Enceladus enkel door de gaspluimen hoeft te vliegen om iets te meten over de samenstelling van het binnenste; bij Jupiter-maan Europa en Saturnus-maan Titan, twee andere hemellichamen waarvan wordt vermoed dat er oceanen onder het oppervlak zitten, is dat veel minder eenvoudig.
Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature, onder de titel 'Macromolecular organic compounds from the depths of Enceladus'.