Duitse onderzoekers hebben 3d-geprinte nanobuisjes ontwikkeld die als een omhulsel voor spermacellen dienen. Daarmee kunnen ze meeliften naar het vrouwelijke reproductieve systeem, om daar medicinale stoffen accuraat op de benodigde plek af te leveren.
De buisjes zijn gemaakt via nanolithografie. Specifiek gaat het om een 3d-laserprinttechnologie waarmee de buisjes, 'micromotors' genoemd, worden gemaakt. De micromotors bestaan uit structuren die gemaakt zijn met polymeren en hebben met hun afmeting van ongeveer 20 micrometer grofweg dezelfde grootte als een spermacel. In een laboratorium hebben de onderzoekers de werking getest door de actieve stof van het medicijn bij het sperma te voegen. Uit het gepubliceerde onderzoek blijkt dat spermacellen de stof in aanzienlijke mate absorberen en ook weer kunnen vrijgeven.
De micromotors 'vangen' de spermacellen en koppelen zich dan aan de kop van de zaadcel, waarbij er gebruik wordt gemaakt van de natuurlijke 'zwemmende' voortstuwing van de spermacellen om zodoende in het vrouwelijke reproductieve systeem te geraken. De micromotors hebben een coating van ijzer, zodat ze te sturen zijn via een magnetisch veld. Het idee is dat een arts op deze manier de cellen vrij gericht kan sturen naar bijvoorbeeld kwaadaardige kankercellen. Zodra de micromotor op de gewenste plek arriveert en daar tegen een oppervlak botst, wordt de spermacel automatisch losgelaten waarna de cel de actieve stof vrijgeeft in het weefsel.
De noodzaak voor de toepassing van een gerichte methode voor het vrijgeven van stoffen om aandoeningen in het vrouwelijke reproductieve systeem beter te kunnen behandelen, is groot. Volgens een schatting van de WHO stierven er in 2012 266.000 vrouwen aan baarmoederhalskanker. Gynaecologische kankeraandoeningen, endometriose, en pelvic inflammatory disease zijn bijzonder lastig te behandelen door de biologische eigenschappen van bijvoorbeeld de baarmoeder, de baarmoederhals en de eileiders. Een goed 'afleversysteem' om werkzame medicinale stoffen heel gericht op de juiste plaats hun werk te laten doen, bestaat nog niet.
Er zijn meerdere redenen om gynaecologische aandoeningen zoals baarmoederhalskanker op deze specifieke manier te bestrijden. Spermacellen hebben de eigenschap om grotere hoeveelheden actief werkende stoffen te absorberen en stabieler te transporteren dan alternatieve methodes die ook gebruik maken van nanotechnologie. De kans dat de stoffen op een ongewenste plek vrijkomen en worden opgenomen door de verkeerde organen is hierdoor kleiner.
Daarnaast beschermen spermacellen de 'lading' tegen lichamelijke enzymen en zijn ze bij uitstek geschikt om zich voort te bewegen in het vrouwelijke reproductieve systeem. Bacteriën kunnen ook gebruikt worden om de stoffen af te leveren, maar die methode gaat vaak gepaard met ongewenste immuunreacties van het lichaam; bij het gebruik van spermacellen blijven immuunreacties uit. De micromotors maken het ook gemakkelijker voor de spermacel om een kankergezwel te penetreren en zodoende de stoffen ook daadwerkelijk goed te kunnen vrijgeven.
De eerste tests bleken succesvol, maar het duurt nog wel even voordat de technologie is geperfectioneerd. Daarnaast zijn de tests enkel nog uitgevoerd in een petrischaaltje; de technologie is nog niet zover om te worden ingezet bij klinische testen bij vrouwelijke patiënten. Niet alleen baarmoederhalskanker zou hiermee kunnen worden bestreden, maar ook andere aandoeningen in het reproductieve systeem, zoals endometriose, waarbij het baarmoederslijmvlies zich buiten de baarmoederholte bevindt. Een andere aandoening die mogelijk beter kan worden behandeld is pelvic inflammatory disease, een ontsteking in het kleine bekken.
Het onderzoek is uitgevoerd door medewerkers van het Institute for Integrative Nanosciences in het Duitse Dresden. In 2016 heeft dit instituut al een soortgelijke 3d-laserprinttechnologie gebruikt om vergelijkbare micromotors te maken die in staat bleken om de activiteit van spermacellen te vergroten, wat uiteindelijk een oplossing zou kunnen vormen voor mannelijke onvruchtbaarheid.