Dat klopt maar vergeet niet dat wetenschap zelf ook een beschrijving is van de werkelijkheid, niet de werkelijkheid zelf. Per definitie is alles een beschrijving of interpretatie.
Als Donald Rumsfeld refereert aan Irak en zegt dat het land 'drijft op een zee van olie' dan laat dat zien dat grondstoffen een reden zijn om geopolitieke macht uit te oefenen. Maar waar heb je olie voor nodig? Om je technologie aan te drijven. Je motor die de economie aandrijft, maar ook je militaire macht van brandstof voorziet.
Maar technologie komt voort uit wetenschap. In die zin is onze hoog-technologische cultuur paradigmatisch net als religie of politieke ideologie niet alleen een overdrachtssymbool maar ook een fantasie die men als waarheid aanneemt.
We slaan elkaar dus de hersens in voor wetenschap. Die olie en andere energiebronnen en grondstoffen zijn nodig om een economie aan te drijven waaruit nieuwe gadgets voortkomen die we kunnen kopen. Wie de beste en sterkste economie heeft kan het meeste kapitaal afromen via belastingen en dat geld sluizen naar universiteiten, die nieuwe economische macht produceren via patenten, die men aan het bedrijfsleven verkoopt of licenseert (valorisatie), die op een R&D afdeling nieuwe producten verzinnen die we niet nodig hebben, maar wel gaan kopen.
Interessant is dat de wetenschapper zegt dat we geen god of spiritualiteit nodig hebben om de werkelijkheid te snappen en verkennen, terwijl de wetenschap wel de bron is van de aankoop van evenzo nutteloze producten. Onze god zit in de producten, we hebben geen GSM's nodig om te kunnen bestaan op Aarde, maar we kiezen er voor omdat we geloven dat het ons leven beter en gelukkiger maakt, denkend dat we meer controle hebben over onszelf en de omgeving en ons misschien ook veiliger maakt. De GSM als 'verlichting'.
De meeste technologie is onnodig, net als de meeste religie onnodig is. Producten zijn kerken en kandelabers, altaars en priesterlijke gewaden die ons het rad voor ogen draaien dat we iets bijzonders nastreven: een totaalbegrip van de werkelijkheid!
De één kiest voor de kerk en de mijter en de daarbij horende levenswijze, de ander voor een TU en een witte stofjas.
Een kerk is een gebouw dat onnodig is; je kunt ook in je hart god beleven, maar we zijn sociale dieren en willen in elkaar de bevestiging vinden, de goedkeuring dat ons geloof juist is.
Een tech-lab is een gebouw dat een functie heeft om mensen bijeen te brengen die dezelfde visie delen en om tot een kwantificeerbaar resultaat te komen. In de kerk produceert men 'manna' uit doctrine. In het tech-lab een blauwdruk uit wetenschappelijke kennis.
Als die blauwdruk een beter mes oplevert om eten mee te snijden is dat handig. Als het een product oplevert dat onnodig is dan produceert het vals geloof. Binnen de kerk zal dat fanatici opleveren die een idee verspreiden, vanuit het R&D lab een board of directors.
Wij 'geloven' dat dit de beste manier is om te leven. We denken dat we vrij zijn omdat techniek en wetenschap ons los maakt van de natuur, zodat we meer controle hebben over onze omstandigheden, niet inziend dat we 40 uur per week kwijt zijn aan arbeid voor loon om de spullen te kopen die ons leven vergemakkelijken. We zijn niet erg vrij. Op dezelfde manier is een diep religieus persoon geknecht aan een visie op de realiteit alleen niet een technologisch-kapitalistische-open-markt-god maar een wat directere geloof-gebaseerde god.
Of je nu 40 uur per week werkt of zeven maal per dag op de knieën ligt, gebonden ben je toch.
Voor mij zijn religie en wetenschap ongeveer gelijk; de één verdedigt wetenschap menend dat de cartesiaanse ontleding van de natuur tot zielloze materie, tot kwantificeerbare deeltjes, ontdaan van elke subjectieve eigenschap enorme voordelen biedt boven geloof-gebaseerde systemen, terwijl de ander geloof verdedigt omdat gemeend wordt dat er een diepere beleving bestaat dan alleen die zuiver materiële en dat die dimensie even belangrijk is, of zelfs belangrijker.
Onze levenswijze inclusief wetenschap en techniek is voor ons zo belangrijk dat we menen dat 'arme landen' er ook aan moeten, dat alles en iedereen die onze levenswijze aanvalt of ondermijnt, zoals moslim terroristen vinden, de vijand is en bestreden dient te worden.
We denken het beter te weten en uiteraard kijken we naar de alternatieven en vinden die beklagenswaardig. Maar een religieus iemand denkt hetzelfde.
We hebben een woord voor mensen die iets niet snappen maar nabootsen nadat ze zijn blootgesteld aan technologie: de cargo-cult. Dat is wanneer mensen bijvoorbeeld zoals tijdens WWII voor het eerst een vliegtuig zagen en niet konden bevatten wat dat betekende. Maar het was zo ingrijpend dat ze de vliegtuigen probeerden na te maken met riet en andere materialen.
We zien niet dat we zelf een cargo-cult zijn. Want we zien niet dat we alles vanuit onze eigen filter bubble zien en ons vergissen door te denken dat wetenschap vrijheid beidt van subjectiviteit. We snappen niet wat wetenschap is omdat we oprecht menen dat het de waarheid biedt, méér dan de visie van een theïst.
Wetenschap biedt geen waarheid en is geen platform voor nobelheid, wijsheid, ethisch handelen, moreel besef. Wat het wel kan is kennis verkrijgen over materie, die ontleden en de eigenschappen die we prefereren omzetten in producten, maar ze besteed dat werk uit aan bedrijven. Religie biedt ook niets van dat alles en elke visie, op de eigen manier, is een alternatief voor de menselijke conditie om zich te manifesteren op een zowel positieve en negatieve manier, waarbij de kwalificatie afhangt van de omarmde werkelijkheidsbeleving.
[Reactie gewijzigd door Verwijderd op 24 juli 2024 23:51]