Berekeningen aan de hand van enkele honderden ontdekte exoplaneten in ons sterrenstelsel zouden aantonen dat het aantal sterren met potentieel bewoonbare planeten waarschijnlijk in de miljarden loopt. Deze sterren hebben een tot drie planeten in de bewoonbare zone.
De bewoonbare zone rond een ster zoals de zon is het gebied binnen een planetenstelsel waarin leven zoals we dat op aarde kennen kan voorkomen. Temperatuur is daarbij de belangrijkste factor, aangezien water niet permanent bevroren of verdampt mag zijn. In ons zonnestelsel vallen alleen de aarde en Mars binnen dat gebied. Venus en Mercurius zijn te heet en de rest staat te ver weg. De eerste exoplaneet werd pas in 1995 ontdekt.
De onderzoekers van het Niels Bohr Instituut in Denemarken en de Australian National University gebruikten data van de Kepler-satelliet van de NASA, waarmee in de afgelopen jaren ongeveer duizend exoplaneten ontdekt werden. Daarnaast is er data waaruit blijkt dat er nog eens drieduizend potentiële exoplaneten zijn. Veel sterren hebben planeetstelsels met twee tot zes planeten, maar sterren kunnen heel goed meer planeten hebben dan de Kepler-satelliet kan waarnemen.
Om de berekeningen te doen, maakten de onderzoekers gebruik van een vernieuwde versie van de wet van Titius-Bode. Deze wet werd al rond 1770 geformuleerd; de positie van Uranus werd ermee berekend voordat de planeet goed en wel was waargenomen. De wet gaat uit van een bepaalde ratio tussen de omlooptijd van planeten binnen een zonnestelsel. De ratio tussen de omlooptijd van de eerste en tweede planeet is hetzelfde als de ratio tussen de tweede en derde, en zo verder. Op die manier is aan de hand van enkele bekende planeten rond een ster te berekenen hoe lang het voor andere planeten moet duren om diezelfde ster rond te gaan. Op die manier zijn 'ontbrekende' planeten in te vullen.
Van alle 151 in het onderzoek onderzochte planetenstelsels, bleken er 27 niet te voldoen aan de Titius-Bode-wet. De ontbrekende planeten werden vervolgens toegevoegd, wat een totaal aan 228 potentieel bewoonbare planeten bij de 151 sterren voorspelt. Als dit principe naar de hele Melkweg wordt doorgetrokken, moeten er miljarden planeten met bij tijd en wijle vloeibaar water zijn.
Hoogleraar Ignas Snellen vindt het in een reactie op de site van de Volkskrant weliswaar aannemelijk dat er veel meer bewoonbare planeten zijn, maar dat dit onderzoek wel erg sterk hangt op de tegenwoordig niet meer serieus genomen Titius-Bode-wet. De wet kán volgens hem wel gelden voor andere stelsels, maar dat is niet zeker.