In de schaduw van Warzone
Call of Duty: Vanguard
Call of Duty Vanguard is als een snelle hap die je haalt bij een fastfoodketen: het is lekker makkelijk en best oké, maar je weet exact wat je krijgt en ook dat je elders iets beters kunt vinden dat zeker ook verrassender is. Vanguard leunt op de basis die er al jaren ligt en verandert daar nauwelijks iets aan. Dat getuigt niet van al te veel ambitie of fantasie, maar het levert alsnog een degelijke game op. De campagne is meeslepend, biedt variatie en brengt spelers naar aansprekende gevechten uit de Tweede Wereldoorlog. De multiplayer is (te) bekend, maar dankzij de keuze voor 'pacing' beter naar eigen smaak te tweaken. Het is jammer dat sommige maps niet lekker in balans zijn en dat spawnpoints her en der ongelukkig zijn geplaatst, maar verder speelt de de traditionele multiplayer best lekker weg. Champion Hill is een fijne toevoeging aan die multiplayer en laat gamers op een laagdrempelige manier een iets competitievere manier van spelen ervaren. Zombies valt een beetje uit de toon: waar de campagne en multiplayer doen wat ze altijd deden, is de Zombies-modus gewoon minder goed dan voorheen. Er komt gelukkig nog wel meer content aan voor Zombies, maar momenteel heeft die modus nog niet veel om het lijf. De vraag is vooral of dit alles gamers voldoende zal interesseren, of dat het gros zich toch gewoon op Warzone blijft storten. Dat laatste zou ons zeker niet verbazen.
‘Ongeveer hetzelfde, maar dan anders’ blijkt al jaren een vrij aardige manier om een nieuwe Call of Duty-game te beschrijven, net zoals dat voor diverse andere jaarlijks verschijnende games geldt. De studio’s die werken aan de game voegen eigen elementen toe en veranderen de setting, maar kijk je naar het totale recept, dan blijken met name de details te worden veranderd. Call of Duty Vanguard is geen uitzondering. De game bevat dezelfde elementen als elke voorgaande Call of Duty-game en doet binnen die elementen wat goede en minder goede dingen. Een extra nadeeltje dat Vanguard heeft, is dat de game uitkomt in een tijdperk waarin Call of Duty-gamers zich massaal hebben toegelegd op Warzone. De gratis battleroyalegame won vorig jaar snel aan populariteit en had op dat vlak zelfs weinig te duchten van Call of Duty Black Ops: Cold War. Voor Vanguard ligt een soortgelijke ‘bijrol’ op de loer.
Natuurlijk: Vanguard zal op zijn manier de wereld van Warzone gaan beïnvloeden, net zoals Cold War dat deed. Maar zelden is er rond de release van een Call of Duty-game zo weinig hype geweest als nu rond Vanguard. Dat is opvallend, want net als Call of Duty World War II heeft Vanguard de Tweede Wereldoorlog als centraal thema en dat is traditioneel een populair thema onder shooterfans, zeker als die fans oud genoeg zijn om de eerste Call of Duty-games en de oudere Medal of Honor-games te hebben meegemaakt. Een deel van hen zal wellicht op Call of Duty Vanguard duiken en via de campagne terechtkomen in onder meer Normandië, Stalingrad en Midway, of diezelfde omgevingen tegenkomen in de traditionele multiplayer, maar een misschien wel net zo groot - of groter - deel van de gamers zal vooral uitkijken naar 8 december. Op die dag begint het eerste ‘Vanguard-seizoen’ in Warzone en komt er ook een Vanguard-map uit voor Warzone. Laat dus meteen duidelijk zijn dat deze review daar niet over gaat, want deze content hebben wij ook nog niet kunnen spelen.
Wat blijft er dan over? De aloude drie-eenheid van een campagnemodus, een competitieve multiplayermodus en Zombies. Ze horen er alle drie bij en zijn alle drie even voorspelbaar als de sirenes die in Nederland elke eerste maandag van de maand om twaalf uur beginnen te loeien. Is dat erg? Nee, niet echt, zolang je maar weet wat je koopt. Bovendien betekent bekende materie vaak dat er al jaren aan gesleuteld wordt en dat het geheel zich inmiddels op een goed niveau bevindt. Nu is dat laatste niet op elk aspect van deze game van toepassing, maar Call of Duty Vanguard is zeker in staat je van een leuke tijd te voorzien, ongeacht of je nu voor de multiplayer gaat of met name uitkijkt naar de campagnemodus of Zombies.
Campagne: Normandië, Stalingrad, Tobruk en meer
De campagnemodus van Call of Duty Vanguard draait om de strijd die een klein team specialistische soldaten, genaamd Task Force One, levert om Project Phoenix te dwarsbomen, een plan dat de nazi’s in de nadagen van het Derde Rijk proberen uit te voeren. Wat het precies inhoudt, is aanvankelijk nog niet duidelijk, maar vast staat dat het team in hartje Berlijn moet zien te proberen het plan te stoppen. De game begint met een operatie die faliekant mislukt en leidt tot de gevangenneming van de leden van het speciaal voor deze taak samengestelde team. De teamleden worden meegenomen naar een gevangenis in Berlijn en daar ondervraagd. Terwijl dat gaande is en de teamleden ondertussen ook met elkaar praten in hun cel, vormen flashbacks bruggetjes naar andere levels. We zien steeds een van de teamleden in actie in een eerder stadium van de oorlog, waarmee uiteindelijk alle windstreken van de Tweede Wereldoorlog aan bod komen.
De leider
Het begint met Arthur Kingsley, de leider van het team, die zijn sporen onder meer in Normandië heeft verdiend. Zijn verhaal begint als hij in een vliegtuig boven de Noordzee zit en Frankrijk moet bereiken. Kingsley beleeft op zijn zachtst gezegd niet de beste landing in Frankrijk en moet zien te overleven, zijn mannen vinden en daarna proberen enkele kustbatterijen uit te schakelen zodat de landingen van D-Day plaats kunnen vinden. Dat gaat uiteraard gepaard met de nodige intense vuurgevechten, zoals we dat gewend zijn van Call of Duty. Kingsley heeft als speciale eigenschap dat hij als hoogste soldaat in zijn eenheid bevelen kan geven. Als speler kun je je team op die manier specifieke doelen laten uitschakelen. Heel diep gaat dat niet; het beperkt zich meestal tot het onder vuur nemen van een bepaald doelwit, zodat jij een omtrekkende beweging kunt maken en dat doelwit vanaf de flank uit kunt schakelen. De nadruk ligt op geen enkel moment op tactiek, maar dat is ook niet iets dat we in een Call of Duty-game zouden hebben verwacht.
:strip_exif()/i/2004807626.jpeg?f=imagearticlefull)
De passages in Normandië spelen zich deels ‘s nachts af en dat gaat gepaard met wat mooie beelden. Vooral een in brand staande molen is indrukwekkend doordat hij een sfeervol licht op de hele omgeving werpt. Call of Duty: Vanguard is gemaakt met de IW-engine en die heeft nooit bekend gestaan om al te verbluffende graphics, maar bij vlagen oogt de game best mooi. Daar staat tegenover dat minstens zo vaak zaken in beeld komen die wat minder fraai ogen. Sommige omgevingen zien er gedateerd uit en de manier waarop je in Vanguard door bosjes kruipt maakt weinig indruk. Anno 2021 zien we steeds vaker takken en bladeren die meebewegen, maar dat soort zaken zijn in Call of Duty nog steeds wat statisch. Geen groot probleem, het onderstreept alleen maar wat iedereen allang wist: Call of Duty speel je niet voor de graphics.
Lady Nightingale
Call of Duty speel je vooral voor het spektakel en daarmee zit het in Vanguard wel goed. Dat is in elk van de windstreken waar je terechtkomt wel te merken, maar vrijwel nergens zo goed als in het Stalingrad van 1942, waar Polina Petrova een ogenschijnlijk rustige dag als verpleegster tegemoet gaat als ineens Duitse bommenwerpers aan de horizon verschijnen en even later Duitse soldaten de stad binnentrekken. Binnen enkele minuten verandert de normaal functionerende stad in een oorlogsgebied. Te midden van de chaos moet Petrova op zoek naar haar broer en vader, en uiteindelijk de strijd aangaan met de nazi-soldaten in de stad. Ze blijkt bovengemiddeld handig met een sniper rifle en later, als we in een ander level terugkeren in het inmiddels kapotgeschoten Stalingrad, blijkt Petrova bekend te staan als Lady Nightingale, verantwoordelijk voor het doden van honderden vijandelijke soldaten. Kenners weten al dat het personage Polina Petrova is gebaseerd op Lyudmila Pavlichenko, de Russische sluipschutter die in de Tweede Wereldoorlog 309 van haar vijanden wist te doden. Haar echte bijnaam was overigens niet Lady Nightingale, maar ‘Lady Death’.
:strip_exif()/i/2004807638.jpeg?f=imagearticlefull)
Waar Kingsley het geven van orders als speciale vaardigheid heeft, kan Petrova sneller sneaken en door allerlei nauwe doorgangen kruipen. Elk van de personages heeft een speciale vaardigheid. Piloot Wade Jackson blijkt een speciale ‘focus mode’ te hebben waarmee hij vijanden door objecten heen kan waarnemen. Handig, want nadat je als Jackson een Japanse vloot hebt gebombardeerd, moet je door een jungle sneaken om te ontkomen aan groepen Japanse soldaten. Komt het toch tot confrontaties - en daar kun je in Call of Duty natuurlijk donder op zeggen - dan kun je door Wades focusmodus te activeren heel snel automatisch op vijandelijke soldaten richten. De focus duurt niet heel lang, maar kan toch al snel vijf of zes makkelijke kills opleveren.
Inglourious Vanguard
Terwijl we ondertussen Normandië, Stalingrad en Midway hebben aangedaan, keren we ook steeds terug naar de kerker in Berlijn waar de teamleden ondervraagd worden door de nazi’s. Daarbij wordt af en toe wat marteling niet geschuwd en de bruutheid van de nazi’s komt duidelijk naar voren. Tussendoor babbelen de gevangen soldaten wat met elkaar en maken daarbij ook wat grappen die het geheel soms de sfeer van een film als Inglourious Basterds meegeeft. Nu zijn de dialogen niet direct op het niveau van Tarantino, maar ze komen goed genoeg uit de verf om ze de moeite van het kijken waard te maken, zelfs al zijn de soldaten - en dan met name de Duitse slechteriken - wel erg stereotype.
:strip_exif()/i/2004807630.jpeg?f=imagearticlefull)
Zo is daar de ‘mens-man’ Lucas Riggs, een keiharde Aussie die zich, voor hij met de rest in Berlijn terechtkwam, had aangesloten bij de Ratten van Tobruk, die als guerrillastrijders vochten tegen een veel sterker Duits leger. Dit level brengt opnieuw een andere omgeving, namelijk de Egyptische woestijn. We zien hoe Riggs en de zijnen een hinderlaag leggen voor een Duits konvooi en later een heel kamp opblazen, overigens tegen de orders van de Britse commandant in. Riggs speelt duidelijk volgens zijn eigen regels, maar hoewel hij lastig te controleren is voor zijn meerderheden is hij wel erg goed in zijn werk: dingen opblazen. In tegenstelling tot de andere hoofdpersonages kan Riggs vier verschillende soorten granaten bij zich dragen. Als speler heb je dus vrijwel altijd flink wat explosief materiaal op zak en dat komt uiteraard goed van pas.
Zo biedt de campagne in zowel omgeving als gameplay behoorlijk wat variatie. Het ene moment sneak je door Stalingrad, het volgende moment vlieg je boven de Stille Oceaan. Dat alles wordt afgewisseld met prima tussenscènes en leidt uiteraard naar een spectaculair hoogtepunt in Berlijn. Bij dat alles moet echter ook worden gezegd dat diverse elementen in de gameplay behoorlijk voorspelbaar zijn. Denk daarbij aan domme AI-soldaten die soms recht voor je staan maar niet op je schieten, en een hele serie scripted events waarbij wat je zelf doet niet eens zo heel veel uitmaakt. Spektakel staat voorop, gameplay speelt op verschillende momenten tweede viool. Dat is niets nieuws voor Call of Duty, maar wel goed om even aan te stippen. Afgezien hiervan mag duidelijk zijn dat alles bij elkaar de campagnemodus, die je zoals gebruikelijk in zes tot acht uur wel uitspeelt, zeker de moeite waard is.
Multiplayer: bekende materie in WO2-jasje
In het verleden zou we hier iets schrijven als ‘de campagne is leuk, maar het gros van je speeluren breng je natuurlijk door in de multiplayer’. In een vacuüm is dat nog steeds zo, maar we vinden het lastig om in te schatten wat Warzone met de populariteit van de normale multiplayermodus doet. We beschikken niet over cijfers die iets vertellen over hoeveel mensen de multiplayer spelen en hoeveel potjes er op elk moment gaande zijn, maar kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat het digitale slagveld wat minder dichtbevolkt is als in andere jaren. Ook treffen we in onze vriendenlijsten minder mensen dan ooit aan die zich in de digitale wereld van Vanguard begeven. Het betekent niet dat er niets te beleven valt en dus is het voor de game niet erg. Sterker, er is een kans dat het juist helpt. Vanguard kent niet de netwerkproblemen die veel andere Call of Duty-games kort na release hebben gehad. Dat kan best eens te maken hebben met het feit dat het netwerk dit jaar wat minder drukbezet is.
Bekende materie
De multiplayermodus van Call of Duty Vanguard biedt wat nieuwe dingen die we zo zullen bespreken, maar het overgrote merendeel is bekend. De manier waarop je je loadout samenstelt, met killstreaks en attachments voor je wapens, is al jaren nagenoeg hetzelfde en Vanguard wijkt niet af van het beproefde concept. Natuurlijk gaat het dit keer om wapens uit de Tweede Wereldoolrog, met daarbij enkele ‘fan favourites’ die je wellicht nog kent van vroeger, Zoals de M1 Garand en de STG 44. Met die wapens speel je allerlei spelmodi en ook daarvan ken je de meeste wel. Een potje Domination, Team Deathmatch, Hardpoint of Kill Confirmed speel je immers al jaren. Hoop je op een Call of Duty-game die het over een andere boeg gooit, dan heb je aan Vanguard niet de juiste game. Er wordt op safe gespeeld, in de hoop dat de gamers die zich al jaren vermaken met deze gameplay dat ook dit jaar blijven doen.
:strip_exif()/i/2004807658.jpeg?f=imagearticlefull)
Natuurlijk speelt de actie zich wel af op allerlei nieuwe maps. Call of Duty Vanguard telt in totaal twintig maps, waarvan er zestien gebruikt worden voor de traditionele multiplayermodus. Daarin vind je behoorlijk veel variatie. Uiteraard zijn veel maps gebaseerd op omgevingen uit de campagnemodus, maar dat geldt niet voor elke map. Op het gebied van gameplay zorgen met name de wat kleinere maps voor variatie. Hier ligt het tempo hoger en is de actie intenser, met typische Call of Duty-gameplay: chaotisch en onoverzichtelijk. Je hebt soms niet de volledige controle en dat is een deel van de lol, mede omdat het extra lekker is als je er wél in slaagt het andere team even helemaal gek te maken.
Toch is die manier van spelen sommige gamers een doorn in het oog. We begrijpen waarom. Het is in Call of Duty niet ongebruikelijk dat je in een tijdspanne van een minuut drie keer in je rug wordt verrast of meteen bij de spawn alweer wordt neergeschoten. Op dat moment maakt het weinig uit hoe goed je bent en dat is iets dat zeker geoefende gamers verachten. Het goede nieuws: Call of Duty Vanguard heeft een oplossing bedacht voor dit probleem.
Kies je eigen tempo
Nieuw in Call of Duty Vanguard is namelijk de mogelijkheid om een bepaalde ‘pacing’ te kiezen. Assault Pacing is min of meer wat Call of Duty altijd was en zal op de ene map wat sneller en chaotischer zijn en op een andere map wat minder heftig. Kies je echter voor Blitz Pacing, dan schroef je het tempo en de chaos op. Waar je eerst 8 tegen 8 speelde, speel je nu 10 tegen 10 of zelfs 12 tegen 12. Meer mensen op de map betekent meer actie, meer kills - of meer deaths - en minder controle. Het speelt in op de kracht van de gameplay, maar zal niet per se iedereen aanspreken. Geldt dat ook voor jou, dan is Tactical Pacing je afdeling. Dit is de rustiger variant: er zijn minder mensen, dus er is meer ruimte voor tactiek. Het knappe is dat Tactical Pacing niet beter is dan Blitz Pacing of andersom: het werkt allebei prima. Het is net waar je zin in hebt en met wie je speelt. In Tactical zal het eerder een nadeel zijn als je in je eentje speelt tegen een georganiseerd team, terwijl dat met de chaotische actie in Blitz veel minder een rol speelt. Het toevoegen van de keuze voor een pacing is wat ons betreft een schot in de roos. Het stelt spelers in staat de gameplay naar eigen voorkeur te tweaken, wat de game bij voorbaat voor meer mensen geschikt maakt.
:strip_exif()/i/2004807656.jpeg?f=imagearticlefull)
Over de maps zijn we over het algemeen tevreden. Er zitten een paar goede maps tussen en ook een paar mindere. Het belangrijkste minpunt van de mindere maps is dat de balans niet helemaal op orde is; er is een duidelijke ‘betere’ kant om met je team te bezetten. Ideaal gezien is een map goed in balans en maakt het niet uit vanaf welke kant je komt. Daarnaast zijn er maps waarop de spawnpoints ongelukkig zijn geplaatst. We maakten meerdere keren mee dat midden in ons beeld een paar vijanden spawnden, die we meteen onder vuur konden nemen. In de allerkleinste maps met chaotische spelmodi begrijpen we dat nog wel en hoort het er een beetje bij, maar elders is het vervelend.
Prrrt
Zo hebben we een aantal minpuntjes waar je je aan zou kunnen storen: wat kleine connectieproblemen, maps die niet goed in balans zijn, slecht geplaatste spawnpoints en natuurlijk een algeheel gebrek aan innovatie in de gameplay - afgezien van de pacing-keuze. Het zijn allemaal zaken die we niet hoeven te negeren, maar toch kunnen we niet ontkennen dat we ons vaak genoeg enorm hebben vermaakt met Call of Duty Vanguard. De game voelt goed. Het ritme is misschien te herkenbaar, maar de game speelt gewoon goed. Rennen, prrrt, herladen. Rennen, prrrt, prrrt, herladen - waarbij elke Call of Duty-speler begrijpt dat ‘prrrt’ staat voor de korte salvo’s die in Call of Duty over het algemeen genoeg zijn om een kill te maken. Het concept mag oud, uitgemolken en inmiddels fantasieloos zijn, maar het werkt wel.
Champion Hill en Zombies
Buiten de bekende spelmodi om heeft de multiplayer van Call of Duty Vanguard nog een ander ijzer in het vuur, in de vorm van een heel nieuwe spelmodus. In Champion Hill kunnen gamers op een laagdrempelige manier Call of Duty op een competitieve manier spelen. De modus is in feite een afvalrace tussen acht teams, waarbij die teams uit een, twee of drie spelers bestaan. Elk team begint met een aantal levens en vecht tegen een van de zeven andere teams. De tegenstander rouleert en per drie rondes wordt de actie onderbroken voor een ‘buy round’. Daarin kun je geld dat je tijdens het vechten hebt verdiend, uitgeven aan upgrades voor je wapens, perks en andere bonussen, om je te helpen in de volgende fase. Teams die zonder levens komen te zitten vallen af en uiteindelijk wint het team dat als laatste levens over heeft.
De gevechten spelen zich af op vier verschillende maps, waarbij elke map bestaat uit vier arena’s. Dat is leuk, want je hoort de andere teams tegen elkaar spelen terwijl jij op jouw veld met je eigen wedstrijd bezig bent. Tijdens wedstrijden ben je niet alleen bezig met het uitschakelen van je tegenstanders, maar ook met het verzamelen van items die op de map verschijnen. Daarbij kan het om geld gaan, maar ook om extra levens, die letterlijk van levensbelang kunnen zijn.
:strip_exif()/i/2004807650.jpeg?f=imagearticlefull)
Spannend
De actie in Champion Hill verloopt niet altijd hetzelfde maar is wel altijd spannend. We brachten vooral veel tijd door in de toernooien voor teams van twee spelers en merkten dat elk team zijn eigen spel speelt. Het ene team kiest een hoek uit en blijft daar campen. Zo bewaar je overzicht, maar je bent ook afhankelijk van je tegenstander, want die kan je verrassen als je net even de verkeerde kant op kijkt. Zelf gaan jagen kan ook, maar heeft als risico dat je in een hinderlaag loopt en dure levens verliest. De maps zijn steevast vrij klein en het duurt dus meestal niet lang voordat je je tegenstanders vindt. De potjes verlopen lekker snel en zelfs een heel toernooitje is in een gemiddelde lunchpauze wel te spelen. Champion Hill is daarmee een leuke toevoeging aan het bestaande spelaanbod.
Buiten de multiplayermodus, of eigenlijk zijdelings gelieerd aan de multiplayer, is Zombies. De spelmodus is al jaren niet meer weg te denken uit Call of Duty-games. Normaal gesproken draait Zombies om het steeds verder verkennen van een omgeving en langzaamaan ontdekken wat je moet doen om de modus door te kunnen spelen. Terwijl je dat doet, komen er steeds sterkere golven tegenstanders, met allerlei verschillende typen zombies om de boel fris te houden. De Zombies-modus in Vanguard zit echter anders in elkaar. Je speelt niet op een speciaal voor Zombies gemaakte map, maar op aangepaste versies van multiplayer-maps en singleplayer-omgevingen, waar nu dus zombies rondlopen. Stalingrad fungeert als centrale hub en van daaruit word je steeds naar andere omgevingen geteleporteerd. In die omgevingen moet je missies zien te volbrengen en zodra dat gelukt is, keer je terug in de hub van Stalingrad. Daar kun je je wapens verbeteren en mysterieuze drankjes drinken om jezelf van buffs te voorzien. Wel zo handig, want na elke missie gaat het level van de spelwereld omhoog en worden de zombies sterker.
:strip_exif()/i/2004807654.jpeg?f=imagearticlefull)
Weinig content, geen split-screen
Het probleem hier is niet zozeer dat deze Zombies-modus niet leuk is om te spelen. De gameplay doet zijn ding wel en voelt min of meer hetzelfde als in de multiplayermodus. Het gaat echter mis op de manier waarop het verhaal wordt verteld. Je hoort af en toe een nazi-stem iets vertellen en daarna zijn het weer stemmen van mysterieuze, oude krachten die onheilspellende dingen roepen. We hebben meegemaakt dat die twee door elkaar heen gingen of midden in een verhaal werden afgebroken. Dat is niet handig. Daarnaast treedt er veel herhaling op in de missies die je speelt, wat in schril contrast staat met de originele, vindingrijke manier waarop je vroeger Zombies-levels moest uitpluizen. Daarnaast is het jammer dat er geen split-screen in Zombies is, en de mogelijkheid dus ontbreekt om samen op de bank deze Zombies-modus te spelen. Jammer, want voor velen was dat een populaire optie in de vorige Call of Duty-games.
Zo komt Zombies in Call of Duty Vanguard niet zo goed uit de verf als in voorgaande games. Gelukkig lijkt er wel hoop aan de horizon te gloren, want via een leak werd al bekend dat er niet minder dan vier uitbreidingen aankomen voor Zombies. Daar zitten nieuwe spelmodi in en hopelijk ook wat meer verhaal, want dat houdt op dit moment echt niet over. Jammer, want op deze manier kan een van de drie traditionele pijlers van Call of Duty niet op eigen benen staan.
Conclusie
Call of Duty Vanguard is als McDonalds-voedsel op de terugweg van je campingvakantie in Zuid-Frankrijk: best lekker makkelijk en prima te eten, maar je weet exact wat je krijgt en ook dat je elders iets beters zou kunnen krijgen - en zeker iets dat meer kan verrassen. Vanguard beschikt over een setting die bij velen nog steeds in de smaak zal vallen, over een meeslepende campagnemodus en een multiplayer die gewoon nog net zo lekker wegspeelt als in voorgaande jaren. De keuze voor een pacing maakt die gameplay nog net wat fijner en met zestien maps beschikt de multiplayer daarbij ook over genoeg aanbod. Wel zijn niet al die maps even sterk: er zijn wat issues met de balans en op sommige maps zijn de spawnpoints niet handig geplaatst. Daarnaast zijn er wat kleine connectieproblemen, maar dat is niets om je al te druk over te maken.
De Zombies-modus hangt er helaas een beetje bij. De modus valt uit de toon bij voorgaande Zombies-modi en bevat vooral te weinig content. Fans van deze spelmodus komen er beduidend minder goed vanaf in Call of Duty Vanguard. Al met al is dit een game die bij vlagen doet denken aan de glorieuze hoogtijdagen van Call of Duty, maar misschien wel vooral omdat de game voor een groot deel erg lijkt op al die oudere games. Voor de franchise is het maar goed dat Warzone het zo goed blijft doen, want met alleen Call of Duty Vanguard had Activision de oorlog niet gewonnen. Toch wil dat niet zeggen dat we ons er helemaal niet mee hebben vermaakt. Het ritme van de multiplayer blijft lekker en het feit dat je dit spel prima even snel in je eentje kunt spelen, maakt Vanguard geschikt voor af en toe een potje laagdrempelig knallen. Dat is ook wat waard.