Vervolg op Resident Evil 7
Resident Evil: Village
Resident Evil: Village is een fijne survival-horrorgame die het op veel vlakken uitstekend doet. De opbouw van de spelwereld is sterk, zowel in de sfeer die steeds wordt neergezet als in de manier waarop de verschillende delen van de wereld via het dorp met elkaar zijn verbonden. Ook in het verhaal is de opbouw goed, waarbij de speler stukje bij beetje uitvindt wat er allemaal aan de hand is. De game kent een goede balans tussen ronddwalen, puzzelen en actie, waarbij de balans richting het einde wel wat meer naar dat laatste sluipt. Dat is op zich niet erg. Wel is het jammer dat het tempo van de gameplay in die actie gevoelsmatig soms wat tekort schiet. Dat past bij Resident Evil als serie, maar deze wat meer actie-georiënteerde game zou baat hebben bij iets meer dynamiek. Ook is het zeker in kleine ruimtes vrij makkelijk om het overzicht kwijt te raken. Verder valt op dat de game weliswaar profiteert van hdr en raytracing, maar dat sommige textures een vrij laag detailniveau laten zien. Heel erg is dat niet, want zoals gezegd zitten ze de duistere sfeer die wordt gecreëerd totaal niet in de weg. Met tien uur aan verhaal is Resident Evil: Village wat aan de korte kant voor een moderne singleplayergame, maar dat is in lijn met de rest van de serie. Kortom: een prima volgende game in de serie, maar niet de absolute klapper die er vorig jaar wellicht van gehoopt werd.
In de aanloop naar de release van de nieuwste generatie spelcomputers kregen diverse games wat extra aandacht in de shows die Sony en Microsoft toonden om de kwaliteiten van hun nieuwe machines tentoon te stellen. Een van de games die in de PlayStation-presentatie van juni 2020 veel aandacht kreeg, is Resident Evil: Village. Dat dat bij Sony gebeurde, is overigens niet zo belangrijk, want de game verscheen eind vorige maand niet alleen voor de PlayStation 4 en 5, maar ook gewoon voor Windows en de Xbox One en Xbox Series S en X, én Google Stadia. Wij hebben de game primair op de PlayStation 5 gespeeld, omdat die versie het snelst beschikbaar was.
Trailer van Resident Evil: Village
Setting en verhaal
Resident Evil: Village is, net als alle voorgangers in de illustere serie, een survival-horrorgame. Net als Resident Evil 7: Biohazard is dit een first-persongame, terwijl de games daarvoor juist een third-person perspectief hanteerden. Village is een rechtstreeks vervolg op Resident Evil 7: Biohazard. Dat spel vertelde het verhaal van Ethan Winters, die op zoek moest naar zijn verdwenen vrouw Mia. Ze bleek geïnfecteerd met een geheimzinnig virus dat mensen deed veranderen in weerzinwekkende, allesverslindende monsters. Ethan wist Mia echter te vinden; het koppel werd uiteindelijk gered door soldaten die hen kwamen evacueren en Mia kreeg een vaccin toegediend. Al goed, eind goed? Zo lijkt het wel, want Resident Evil: Village opent met Mia die de dan zo’n zes maanden oude baby Rose aan het voorlezen is uit een opmerkelijk duister sprookje. Wanneer Ethan Rose naar bed heeft gebracht, gaat het echter helemaal mis. Het huis wordt plotseling onder vuur genomen en Mia wordt doorzeefd door een kogelregen. Ethan overleeft, maar verliest zijn echtgenote en kind, want Rose wordt meegenomen. Ethan verliest het bewustzijn en wordt wakker als hij naast een gecrasht voertuig ligt, in de sneeuw, in het donker. Hij volgt een pad door de sneeuw, langs onheilspellende tekens zoals dode kraaien en wordt her en der opgeschrikt door geritsel en het geluid van waarschijnlijk niet al te vriendelijke wezens. Ethan baant zich een weg door een verlaten huis, loopt nog wat verder door en dan doemt het op: een gigantisch, klassiek ogend kasteel, dat hoog boven een al even klassiek dorpje uittorent. Het dorp uit de titel van de game is bereikt en de nachtmerrie is begonnen.
Dat er iets macabers aan de hand is in het dorp, wordt al snel duidelijk. De paden zijn bezaaid met dode dieren, met afgehakte geitenkoppen als luguber toppunt, en van de bewoners van het dorp ontbreekt ieder spoor, tot Ethan toch een doodsbange man vindt. “Ze komen” waarschuwt hij Ethan, die uiteraard geen flauw idee heeft wat er staat te gebeuren, maar dat wordt snel duidelijk. De man wordt gegrepen door een monster en door de schade die daarbij aan het huis wordt toegebracht, zakt Ethan door de vloer. In de kelder ontdekt hij een groot aantal lijken en kort daarop wordt hij aangevallen door een mensachtig monster, een zogeheten Lycan. Dit zijn wezens die je op zich eenvoudig kunt verslaan, maar ze hebben de neiging altijd met meer te zijn en als je eenmaal ingesloten raakt, wordt het een pittige onderneming. Dat merkt Ethan ook al vroeg, want kort na deze eerste kennismaking duiken er ineens overal Lycans op, met daarbij ook een XXL-versie met een heel grote hamer. Ethan overleeft de aanval doordat de Lycans opeens wegrennen, richting het kasteel.
Dat is het punt waarop Resident Evil: Village langzamerhand echt begint, maar nog steeds weet je als speler niet waar je aan toe bent. Die duidelijkheid komt meer en meer naarmate je verder komt, maar hoe de volledige puzzel eruitziet en wat er nu precies is gebeurd met Rose, daar kom je pas later achter. Wel wordt al vroeg duidelijk dat er verschillende machtige figuren zijn in en rond het dorp en dat Ethan hen allemaal zal moeten opzoeken en verslaan, alvorens er kan worden afgerekend met Mother Miranda, een even geheimzinnig als gevaarlijk figuur en de leider van het stel. Ethan ontmoet haar en de overige vijanden al even in de openingsfase, maar weet op dat moment te ontkomen, om daarna de jacht in te zetten op Lady Dimetrescu en haar dochters, Donna Beneviento, Salvatore Moreau en Karl Heisenberg.
Dat is ruwweg hoe Resident Evil: Village in elkaar zit, maar het dekt zeker niet de inhoud van het hele verhaal. Er zijn namelijk veel vragen, waar Ethan stapje voor stapje meer antwoorden over krijgt. Wat heeft het vrijwel helemaal uitgemoorde dorp met Rose te maken? Wie of wat heeft Rose en waarom? Waarom moest Mia dood? De game is erg goed in het opwerpen van nieuwe mysteries, nog voordat oude mysteries zijn opgelost. Dat is deel van de charme en tekenend voor de goede opbouw van het spel. Die opbouw zien we ook terug in het leveldesign. Het dorp staat centraal, maar veel actie speelt zich af in de omliggende gebieden, zoals het kasteel van Lady Demitrescu of het het moerasgebied van de onooglijke Salvatore Moreau. Toch kom je als speler steeds terug bij het dorp. Je ontdekt langzaam maar zeker meerdere shortcuts tussen de diverse zones en het dorp, waarbij we meermaals een 'oh hé, we zijn nu ineens hier'-gevoel hadden nadat we weer een shortcut openden.
Schieten, overleven en sterker worden
Hoewel Resident Evil: Village soms de indruk wekt dat de spelwereld redelijk open is, is dat niet echt het geval. Er is een specifieke volgorde waarin je moet afrekenen met de diverse Lords en er is dus ook een vaststaande route door het spel. Enige uitzondering daarop zijn wat optionele routes die je op verschillende momenten kunt nemen en die naar een extra uitdaging leiden. Zo kun je, door een gebied te doorzoeken waar je op dat moment al eerder bent geweest, een extra schat verdienen door af te rekenen met een reus met een al even grote hamer. Dat gevecht is optioneel, maar je kunt de opbrengst van de schatten die je ermee verdient goed gebruiken. Daarmee lopen we echter een beetje op de zaken vooruit, want voordat we bij de vreemde handelaar ‘The Duke’ aankomen, zijn er een aantal elementen van de gameplay die aandacht verdienen.
Beperkte voorraden
Resident Evil: Village is een survival-horrogame waarbij de horror wordt verzorgd door de diverse monsters en een algehele sinistere sfeer. Het overleven hang samen met hoe je omgaat met je wapens en voorraad aan spullen. Daarvoor gebruikt het spel het herkenbare systeem waarbij je een beperkt aantal vakjes in je inventory hebt waar je spullen in kwijt kunt. De meeste voorwerpen zijn groter dan slechts één vakje, het is dus belangrijk de boel efficiënt in te delen. Dat betekent dat je niet oneindig veel spullen met je mee kunt dragen. Zit je tas vol, dan kun je bijvoorbeeld geen health potions of de ingrediënten daarvoor oprapen. Ook kun je nieuwe wapens dan niet kwijt. Dat is vervelend, want uiteraard zijn die wapens belangrijk. Ethan wordt regelmatig lastiggevallen door allerlei vreemd gespuis en diverse soorten monsters. Voor de meeste van hen geldt dat ze niet heel moeilijk te verslaan zijn … zolang je kogels hebt. Resident Evil: Village wordt echter spannender en spannender als je voorraad lood steeds verder daalt en je ook geen ingrediënten vindt om zelf kogels te kunnen maken via het craftingsysteem. Goed omgaan met je kogels en zorgen dat je altijd een health potion hebt, zijn basiseisen voor wie de game enigszins soepeltjes wil doorkomen.
:strip_exif()/i/2004362146.jpeg?f=imagearticlefull)
Het verzamelen van wapens en een voorraad kogels en health potions is één ding. Ethan kan gedurende het spel namelijk ook sterker worden door wapens te upgraden en speciale bonussen te verdienen. Daar komt The Duke bij in beeld. Deze vriendelijk handelaar met ogenschijnlijk morbide obesitas helpt Ethan op meerdere momenten uit de brand. Allereerst doordat hij hem handige spullen en upgrades voor wapens verkoopt en gevonden schatten van Ethan koopt, die daarmee aardig wat lei - het betaalmiddel in Resident Evil: Village - verdient. Je wapens upgraden en er nieuwe onderdelen op zetten om ze nog krachtiger te maken, is geen overbodige luxe. De upgrades koop je bij The Duke, de onderdelen kun je kopen, maar vind je soms ook gewoon in de spelwereld. The Duke ontpopt zich ook al snel als Ethans gids. Hij vertelt hem waar de vier Lords te vinden zijn en geeft verschillende tips over de spelwereld. Zo krijgt deze ogenschijnlijk onpartijdige handelaar een steeds grotere rol in het verhaal en ook een steeds grotere rol in de gameplay. Rond het punt dat de game halverwege is, kan Ethan bijvoorbeeld ook vlees en vis bij hem inleveren in ruil voor upgrades zoals een grotere gezondheidsbalk of betere bescherming bij het blokkeren van aanvallen van vijanden. Je kunt hem er goed bij hebben, die Duke.
Prima health potion
Je arsenaal aan wapens wordt steeds uitgebreider. Ethan vindt in de openingsfase een mes, een pistool en een shotgun en daarmee kunnen de meeste vijanden al aardig worden weerstaan. Later zijn een sniper rifle en granaatwerper zeker van toegevoegde waarde tegen de wat sterkere vijanden in de wereld. Tegen die tijd is het te hopen dat je je opslagruimte in je tas wat vergroot hebt, anders wordt het lastig de best grote wapens allemaal mee te zeulen. Via de d-pad kun je vier wapens onder een sneltoets zetten, terwijl de rechterschouderknop altijd de sneltoets is voor het nemen van een health potion. Die giet Ethan dan trouwens over zijn handen heen en dat geneest op de een of andere manier allerlei vreselijke verwondingen die hij heeft opgelopen, tot een compleet afgehakte hand aan toe. Uitstekend spul dus. Daarnaast vind je ook handige objecten zoals landmijnen en pijpbommen, die zeer handig zijn als je door meerdere vijanden wordt aangevallen. Bij The Duke kun je bovendien recepten kopen voor je crafting, zodat je zelf bijvoorbeeld extra shotgun shells kunt produceren.
:strip_exif()/i/2004362162.jpeg?f=imagearticlefull)
Natuurlijk gebruik je al dat schietgerei in de gevechten die je tegenkomt. Nu is dat zeker niet de hoofdzaak in deze game. Natuurlijk horen vijanden bij een overlevingsspel, maar net zo vaak ben je in je eentje aan het ronddolen, op zoek naar waar je nu weer naar toe moet. Althans … of je alleen bent, weet je nooit helemaal zeker. Resident Evil: Village is niet een typische horrogame met van tijd tot tijd een jumpscare. Het is meer een algemene, dreigende sfeer die zorgt voor spanning. Wanneer je een vleugel van het Demitrescu-kasteel verkent, voel je je hart in je keel kloppen. Wanneer je het met poppen gevulde huis van Donna Beneviento onderzoekt, voel je je vanaf de eerste seconde zeer ongemakkelijk. En zo blijft het doorgaan.
Zo zorgt het tevoorschijn komen van vijanden op een gekke manier voor een doorbreking van die immer aanwezige spanning: op dat moment weet je immers waar je je wapens op moet richten. In Resident Evil: Village kom je vijanden in allerlei soorten en maten tegen. Headshots zijn je vriend en helpen je meestal relatief eenvoudig langs standaardvijanden, waarbij bazen en tussenbazen natuurlijk wat meer uitdaging met zich mee brengen. Heel sterk aan Resident Evil: Village is dat die gevechten behoorlijk uiteenlopend zijn. Zo vormt een eindbaasgevecht waarbij je een spelletje verstoppertje - maar dan op leven en dood - speelt een heel fijne afwisseling ten opzichte van standaardgevechten die je even daarvoor hebt uitgevochten. Het mag gezegd dat de actie richting het einde meer en meer op de voorgrond komt te staan. Ergens jammer, want daar verliest de game wat van die heerlijk suspense, maar dat de gameplay naar een spectaculair einde wordt geleid, begrijpen we ook wel weer.
:strip_exif()/i/2004362136.jpeg?f=imagearticlefull)
De actie is op zichzelf goed genoeg, maar verloopt soms een tikje moeizaam. Dat heeft te maken met een gebrek aan overzicht, iets waar je zeker in kleinere ruimtes last van kunt hebben. Ethan is niet overdreven snel. Dat hoort op zich bij Resident Evil, maar in een meer actiegerichte game als deze bekruipt je het gevoel dat het geheel wat dynamischer had kunnen zijn dan het nu is. Je bent soms bijvoorbeeld niet echt snel genoeg om vijanden goed te ontwijken. Een dodge-knop is er ook niet. Mede daardoor voelt de game af en toe wat sloom en houterig aan. Dat geldt trouwens extra als je de game niet op Standard, maar op Hardcore speelt. De vijanden zijn dan sterker, maar ook sneller, wat het verschil met de speler nog wat groter maakt. Je kunt trouwens bij The Duke een boost krijgen voor je snelheid, als je de juiste ingrediënten weet te vinden. Het duurt alleen wel even voordat je op het punt komt waarop je dat kunt doen.
Mercenaries
Uiteindelijk is Resident Evil: Village, mede afhankelijk van de gekozen moeilijkheidsgraad en je eigen vaardigheid, in tussen de tien en vijftien uur uit te spelen. Je kunt daarna door het los kopen van bonussen extra wapens vrijspelen voor een volgende playthrough, en/of een heel nieuwe modus activeren. Deze modus is bekend terrein voor Resident Evil-veteranen en heet Mercenaries. Het is een competitieve manier om stukken uit de game in een net andere vorm opnieuw te spelen, waarbij je een bepaald doel moet zien te bereiken voor de tijd afloopt. Om je te helpen, kun je uit diverse wapens en speciale abilites kiezen om zo effectief mogelijk door het level heen te komen en zoveel mogelijk punten te scoren. Mercenaries is een leuke extra om na afloop van het verhaal nog even door te spelen. Het zorgt zeker in de latere stages voor aardig wat uitdaging.
DualSense, lichteffecten en prestaties
Op technisch vlak is een aantal interessante dingen over Resident Evil: Village te vertellen. Dat begint bij de PlayStation 5-versie met een aantal specifieke features voor de DualSense-controller. We zien hier de meer gedetailleerde ondersteuning van de gameplay in de vorm van allerlei trillingen op het juiste moment, maar de rol van de adaptive triggers is het meest interessant. Deze variëren per wapen namelijk in gevoel en blokkeren op de momenten dat je wapen moet worden herladen. Het gebruiken van de ‘aim down sight’ van je sniper rifle vereist bovendien wat meer kracht dan je gewend bent in games, om te simuleren dat een dergelijke groot wapen goed richten helemaal niet zo makkelijk is als je wellicht zou denken.
De PlayStation 5- en Xbox Series X-versies doen op visueel gebied weinig voor elkaar onder, al heeft de Xbox Series X-versie ondersteuning voor spelen in 120Hz, als je een televisie hebt die dat aankan. Daarnaast geeft Resident Evil: Village ook een lesje in gebruik van licht, dat helemaal goed tot zijn recht komt als je hdr en raytracing aanzet. De game wordt er op sommige punten soms iets te donker van, al hangt dat natuurlijk ook af van de kwaliteit van je scherm. Duidelijk is in elk geval dat de lichteffecten zo een stuk beter tot hun recht komen. Met name de manier waarop lichtinval van buitenaf de verlichting van een binnenruimte beïnvloedt zorgt voor mooie effecten die zeker bijdragen aan de sfeervolle look die het spel er op veel plaatsen op nahoudt.
Toch kan die sfeervolle look niet voorkomen dat de game her en der laat zien dat er keuzes moesten worden gemaakt. Kijk je in de over het algemeen mooi aangeklede spelwereld wat beter om je heen, dan ontdek je op genoeg plaatsen textures met minder detailniveau en een wat lagere resolutie. Daarbij komt dat de game op de PlayStation 5 wat last heeft van 'pop-in' van elementen in de spelwereld, vooral wanneer je een stukje met Ethan rent. Op dat moment lijkt de game het behoorlijk lastig te hebben om alles snel genoeg in te laden. Voor echte problemen zorgt dat niet, mede doordat veel van de gameplay zich niet op sprintsnelheid afspeelt, maar als je er op gaat letten is het makkelijk te spotten.
Rock solid 60fps
Resident Evil: Village draait zowel op de Xbox Series X als de Playstation 5 in 4k probleemloos met 60fps als we raytracing uitgeschakeld laten. Ook met raytracing ingeschakeld slagen beide high-end consoles er meestal in 60fps vast te houden. In scenes met veel water zakt de framerate soms in, richting 50fps, waarbij de game op de Xbox Series X iets beter presteert dan op de Playstation 5. Visuele verschillen zijn er feitelijk niet: beide consoles werken met dezelfde renderingresolutie en ook de mate van detaillering is gelijk.
Conclusie
Resident Evil: Village is een fijne survivalhorrorgame die je zonder twijfel in huis kunt halen. Het is in onze ogen echter niet helemaal de showcase voor de nieuwe generatie consoles, iets waar vorige zomer nog wel op werd gehoopt. Toch weet het avontuur lang een goed spanningsniveau vast te houden en weet het die spanning op verschillende manieren op te wekken. De spelwereld is mooi opgebouwd en datzelfde geldt voor de voortgang van het verhaal, waarbij de speler en Ethan steeds meer ontdekken over wat er gebeurd is met Rose en wat er aan de hand is in het dorp. De game kent wat meer actie dan veel andere Resident Evil-games en dat maakt het jammer dat de gameplay niet iets dynamischer aanvoelt. Toch zit ook dat uiteindelijk niet heel erg in de weg. Resident Evil: Village is een heel fijne griezelgame, die voor de echte liefhebbers ook nog eens beschikt over een extra modus die je na het einde van de game nog even aan het spelen houdt.