De Ryzen 5 1400 kost ongeveer 175 euro en de Ryzen 5 1600 ongeveer 230 euro. Daarmee heeft AMD een serie processors van 175 euro tot ongeveer 520 euro in zijn assortiment en moet geconcurreerd worden met Intels processors die minstens zo duur, zo niet duurder zijn. Als we puur op prijs én geteste processors vergelijken, dan komen we tot de volgende tabel. Waar mogelijk hebben we de processors met elkaar vergeleken. We hebben het gemiddelde prestatieverschil tussen de AMD- en Intel-processor genoteerd in Cinebench, Handbrake, de drie Adobe-tests, PCMark, het opgenomen vermogen, Geekbench en Sisofts geheugentest. Dat levert een aardige indicatie op van de prestatieverschillen bij een vergelijkbaar prijsniveau.
Ryzen-cpu | Prijs | Intel-concurrent | Winst / verlies AMD? | |
---|---|---|---|---|
Ryzen 7 1800X | 520 euro | Core i7-6800K |
-1% |
|
Ryzen 7 1700X | 390 euro | Core i7-7700K | -2% | |
Ryzen 7 1700 | 360 euro | Core i7-7700K | -6% | |
Ryzen 5 1600X (6/12) | 270 euro | Core i5-6600K | +13% | |
Ryzen 5 1600 (6/12) | 230 euro | Core i5-6600K - 7400 | +9% - +15% | |
Ryzen 5 1500X (4/8) | 190 euro | Core i5-7400 | +10% | |
Ryzen 5 1400 (4/8) | 175 euro | Core i5-7400 | 0% |
De Ryzen 7-processors leggen het over het algemeen af tegen hun directe Intel-concurrenten als we onze scores middelen, maar bedenk dat AMD's Zen-cores in goed schalende multithreaded workloads bijna altijd de snellere keus zullen zijn.
Interessanter is dat alle Ryzen 5-processors hun directe concurrenten met een ruime marge verslaan. Alleen de 1400 is niet sneller, maar ook niet trager dan de i5-7400. Saillant detail: als we de Ryzen 5 1400 met de gelijkgeprijsde AMD-voorgangers als de 8370E en FX9590 vergelijken, is de 1400 respectievelijk 32 en 45 procent sneller.
Op gamegebied blijven de Ryzen-processors toch wat achter bij Intels aanbod, zeker in DX11-games, waarbij veel cores niet veel winst opleveren en je toch beter minder cores met hoge kloksnelheden kunt hebben. Ook met een tragere videokaart zien we geen grote verrassingen en is het primair de videokaart en secundair de cpu die de bottleneck vormt. Alleen Hitman toont aan dat games zeker kunnen profiteren van de extra cores en de daarmee gepaard gaande rekenkracht, maar de bal ligt wat dat betreft bij developers.