Met de introductie van Ryzen in 2017 was AMD in één keer weer een serieuze concurrent van Intel. Nadat het jaren weinig in de melk had te brokkelen, bood AMD met de Zen-core voor onder meer Ryzen en Threadripper een ipc-verbetering van tientallen procenten ten opzichte van de laatste architecturen. Daarmee kwam het binnen tien procent van Intels ipc. Bovendien konden de prijzen goed concurreren dankzij een slim ontwerp met corecomplexes, die zelfs als ze maar ten dele functioneerden, nog gebruikt konden worden. Zo kreeg je meer rauwe rekenkracht voor minder geld dan bij Intel. Tel daar een betaalbaarder aanbod aan moederborden bij op en AMD was weer een echt aantrekkelijk alternatief.
Er kleefden ook een paar nadelen aan Ryzen, die in de loop van het jaar deels werden aangepakt. Zo was de geheugenondersteuning in het begin aardig beperkt, zowel wat compatibiliteit als wat snelheid betrof. En dat terwijl de communicatie tussen de corecomplexes sterk afhankelijk is van de geheugensnelheid. Aan de compatibiliteit en ondersteunde snelheden werd door middel van biosupdates gewerkt, maar latencies bleven een probleem, net als de lagere kloksnelheden van de cores. Dat maakte Intel nog steeds de logischere keus voor gamers en AMD de betere keus voor sterk multithreaded toepassingen, zoals contentcreation.
AMD beloofde dat de Summit Ridge-Ryzens slechts het begin waren en dat er steeds betere processors zouden komen. Op roadmaps was dan ook Zen+ te zien, gevolgd door Zen2. En misschien belangrijker: AMD zou het platform met AM4-socket gedurende verschillende generaties Ryzen blijven gebruiken, zodat je niet elk jaar een nieuw moederbord hoeft te kopen. Die beloftes worden met Ryzen 2, of de tweede generatie Ryzen, met codenaam Pinnacle Ridge, voor een groot deel waargemaakt. Je kunt de nieuwe processors op oude moederborden gebruiken na een eventuele biosupdate, maar toch bracht AMD gelijktijdig een nieuwere chipset, de X470, uit voor de nieuwe Ryzens. Zen+ heeft ook aardig hogere kloksnelheden dan Zen, wat in games flinke winst moet opleveren.
Wat betekent dat allemaal in de praktijk? Ryzen was vorig jaar al de betere keus voor sterk multithreaded toepassingen en dat is alleen voor Ryzen 2 vanzelfsprekend niet veranderd, hoogstens onderstreept. Voor weinig threaded toepassingen en gaming was Intel eigenlijk de logischere keus, maar dat is met de hogere kloksnelheden van Ryzen 2 niet zo vanzelfsprekend meer. De gameprestaties zijn flink verbeterd en ook op andere vlakken is Ryzen 2, dankzij flink hogere clocks en een iets verbeterde ipc, behoorlijk in het vaarwater van Intel aan het komen. Als we naar het complete platform kijken, zijn de AM4-borden bovendien in de regel iets goedkoper, hoewel je voor geheugen misschien beter iets meer kunt betalen. De Zen-cores profiteren immers sterker dan Intels cores van snel geheugen. We vergelijken de prijs-prestatieverhouding van de singlecore- en multicoreprestaties van Ryzen en Intel in Cinebench op basis van adviesprijzen in dollars.
Voor singlethreaded toepassingen komt, althans met Cinebench als objectiefste maatstaf, Ryzen dankzij zijn lagere prijzen aardig in de buurt van Intel. Multithreaded biedt alleen de 1800X te weinig prestaties voor zijn geld, maar die uitzondering daargelaten geeft AMD meer bang for your buck. Ryzen was al een aantrekkelijk alternatief voor Intel, en met Ryzen 2 zet AMD weer een stapje vooruit. Dat Ryzen 2 vaak iets minder zuinig is dan Ryzen 1, kan voor sommigen nog wel een minpuntje zijn.
Update 20 april, 17.18
We hebben naar aanleiding van comments onderzocht of de resultaten van onze eerdere benchmarks na het patchen van Windows voor onder meer Spectre en Meltdown significant veranderen. We hebben vooralsnog enkel tijd gehad om de i7-8700K opnieuw te testen. Dat systeem hebben we geüpdatet met een biosupdate van 10 april 2018, volledige patches van Windows tot 20 april 2018 en een extra Windows microcode-update KB4090007. Wat de benchmarks betreft lijken de cpu-resultaten niet significant te verschillen. In de meeste benchmarks scoort het volledig gepatchte systeem ongeveer één à twee procent lager dan het ongepatchte systeem, hoewel we soms zelfs wat hogere scores zien. In Geekbench zijn twee uitschieters naar zes procent prestatieverlies te zien in de nT- en cryptoscores, maar de floatingpointscore is juist hoger.
In games zien we opnieuw een gemengd resultaat. Het Medium GTA V-resultaat wordt met de patches bijna vijf procent beter, terwijl de Ultra-resultaten zo goed als gelijk blijven. In The Witcher 3 zien we juist bij de Ultra-instelling een verbetering van bijna vijf procent, terwijl de Medium-instellingen maar ongeveer twee procent verbetering geven. Vooralsnog is de enige game met lagere scores Rise of the Tomb Raider, waarbij de ongepatchte 8700K bijna zeven procent beter scoort dan de gepatchte processor. In de Ultra-preset loopt dat verschil op tot ongeveer acht procent.
Omdat de verschillen tussen de gepatchte en ongepatchte 8700K in de processorbenchmarks niet erg verschillen - één of twee procent valt binnen de foutmarge van de benchmarks - verandert de conclusie van de review niet. In de games zien we bij twee games hogere framerates in het gepatchte systeem en bij één game lagere scores.
Hoewel het effect van de patches en microcode-updates voor de tests die wij draaien, dus niet groot is, willen we natuurlijk wel de accuraatste resultaten hebben, zeker met het oog op de toekomst. Daarom zullen we ook de overige processors hertesten op een volledig gepatchte Windows-installatie en de resultaten delen.