AMD heeft natuurlijk al enige tijd geleden zijn Ryzen 5-processors uitgebracht en een maand eerder trapte de Amerikaanse chipfabrikant af met de Ryzen 7-serie. We ontvingen van AMD de laatste twee Ryzen 5-processors die we nog niet getest hadden: de 1400 en de 1600, aanleiding genoeg om het lijstje benchmarks compleet te maken.
Dat hebben we gedaan op ons Gigabyte B350-bord, waarbij we de eerder in het X370-bord geteste processors opnieuw hebben gebenchmarkt. Het B350-bord is namelijk vooralsnog ons enige bord dat voorzien is van het Agesa 1.0.0.4-bios, dat prestatieverbeteringen oplevert, en we wilden uiteraard een zo eerlijk mogelijke vergelijking tonen.
We hebben als vergelijkingsmateriaal de eerder geteste Intel-processors, zoals de 7700K, 6600K, 7350K en 4670K, in de tabellen opgenomen. Voor de gelegenheid hebben we echter ook een i3-7100 en i5-7400 gekocht en getest. Met al deze processors hebben we onze standaardbenchmarks gedraaid. Alle processors zijn gecombineerd met 16GB geheugen op de snelste officieel ondersteunde snelheid. Bij de Skylake- en Kaby Lake-processors is dat ddr4-2400 en bij Haswell ddr3-1600. De Ryzen-processors zijn getest met ddr4-2666-geheugen.
Bovendien hebben we onze gamebenchmarks op de Ryzen 5 1600 gedraaid, niet zoals eerder met de GTX 1080, maar met twee tragere videokaarten: de GTX 1060 en de RX 480. Als vergelijkingsmateriaal hebben we dezelfde games met die twee kaarten op de i3-7100 en op de i5-7400 gedraaid. We wilden zo testen of games inderdaad voor Intel/Nvidia geoptimaliseerd zijn en Ryzen-processors met een AMD-kaart beter presteren dan Intel met een AMD-kaart.