Het Nederlandse leger heeft geen plannen voor het bewapenen van drones. Het kabinet heeft wel drones besteld, maar die zullen niet worden bewapend. Dat benadrukte de minister van Defensie, Jeanine Hennis-Plasschaert, woensdagavond in de Tweede Kamer.
In het investeringsplan van het ministerie van Defensie is geen geld gereserveerd voor de bewapening van drones. "En dat budget kijkt vijftien jaar vooruit", aldus Hennis-Plasschaert in de Tweede Kamer.
De vier Reaper-drones die Nederland heeft besteld en die in 2017 worden geleverd, worden dan ook niet voorzien van wapens, zoals het kabinet al eerder aangaf. Mocht daar verandering in komen, dan wordt de Tweede Kamer ingelicht, belooft Hennis-Plasschaert.
Dat de drones niet bewapend zijn, wil niet zeggen dat ze enkel voor de vorm worden aangeschaft, benadrukt de minister; volgens haar kunnen de drones worden gebruikt om inlichtingen in te winnen. "Het leger kan er tactische en strategische verkenningen mee uitvoeren", meent zij. De aanschaf van de drones kost tussen de 100 en 250 miljoen euro. De PVV zei het jammer te vinden dat de drones niet worden bewapend.
De SP zei tijdens het debat bezorgd te zijn dat gegevens die de Nederlandse inlichtingendiensten verzamelen, door de Verenigde Staten worden gebruikt om doelwitten voor Amerikaanse drone-aanvallen te bepalen. Hennis-Plasschaert gaf aan dat Nederland daar niet bewust aan meewerkt, en dat er geen aanwijzingen voor zijn dat die gegevens door Amerikanen zijn gebruikt voor drone-aanvallen.
De minister geeft echter ook aan dat dat niet volledig kan worden uitgesloten, omdat inlichtingendiensten niet tegen elkaar vertellen wat ze met uitgewisselde informatie doen. Nederland deelt onder andere metadata over gesprekken via satelliettelefonie met de Verenigde Staten. De drone-aanvallen zijn omstreden, omdat er geregeld burgerslachtoffers vallen.