Darpa zoekt samen met de Amerikaanse marine naar bedrijven die wapens willen ontwikkelen die normaliter in een module op de zeebodem rusten. Als ze een signaal krijgen komen de modules bovendrijven om vervolgens bijvoorbeeld drones te lanceren of sensoren los te laten.
Het Amerikaanse militaire researchinstituut Darpa is de inschrijvingen gestart voor bedrijven die voorstellen kunnen indienen voor de bouw van zogeheten upward falling payloads. Deze modules moeten door de Amerikaanse marine op de zeebodem gelegd kunnen worden en zouden diverse soorten niet-dodelijke wapens bevatten. Deze ufp's moeten jarenlang kunnen blijven werken maar na een activeringssignaal moeten zij naar het oppervlak komen en bijvoorbeeld een drone lanceren of sensoren loslaten. Ook jamming-apparatuur wordt genoemd.
Darpa denkt dat de wapens nuttig kunnen zijn op plaatsen waar geen Amerikaanse legerbases in de buurt zijn. Zo zou de marine bij onverwachte dreigingen binnen twee uur na het activeren van de 'slapende' modules alsnog informatie kunnen inwinnen in deze gebieden. Naast de voorwaarde dat de ufp's minimaal vijf jaar lang tot op 6km diepte moeten blijven functioneren ligt bewust de nadruk op niet-dodelijke ladingen; Darpa is bang dat bewapende modules, die kilometers diep op de zeebodem kunnen liggen en daarmee lastig zijn te bergen als de accu's leeg zijn, een risico kunnen vormen voor de scheepvaart.
In een eerste fase van het onderzoek naar geschikte hardware voor de bouw van upward falling payloads hebben de twee Amerikaanse bedrijven Sparton en Zeta al gewerkt aan prototypes en concepten. In de tweede fase moet de hardware op zee getest gaan worden. Voor deze fase heeft Darpa ongeveer 21 miljoen dollar aan subsidies over, terwijl in de eerste ronde nog geen half miljoen dollar werd uitgegeven.