De ministerraad heeft besloten dat er in Nederland voorlopig alleen met potlood en papier mag worden gestemd. De momenteel beschikbare stemcomputers zijn geen van alle betrouwbaar genoeg.
Stemcomputers hebben als nadeel dat de verkiezingen niet goed controleerbaar zijn. Als de stemmen alleen elektronisch beschikbaar zijn, is er geen garantie dat de telling juist is, en een handmatige hertelling is onmogelijk. Bij het tellen van papieren stembiljetten kunnen echter ook fouten optreden en bovendien is dit veel langzamer dan elektronisch tellen. Een adviescommissie die dit probleem onderzocht, deed vorig jaar de aanbeveling om een combinatie van elektronische en papieren stemmen te gaan gebruiken.
De commissie stelde voor om de kiezers op een computer hun stem te laten uitbrengen, waarna het apparaat een elektronisch leesbaar stembiljet afdrukt, dat dan in de stembus kan worden geworpen. Op die manier kan de telling automatisch plaatsvinden, terwijl handmatige controle mogelijk blijft. Uit nader onderzoek is echter gebleken dat zowel de computer als de printer elektromagnetische straling produceren, waaruit met gevoelige apparatuur zou kunnen worden afgeleid op wie de kiezer heeft gestemd. De regering vindt dit onaanvaardbaar, omdat de verkiezingen vertrouwelijk dienen te zijn.
Het zou bijzonder veel tijd en geld kosten om nieuwe apparatuur te ontwikkelen die niet afluisterbaar is. Volgens het kabinet weegt dit niet op tegen de meerwaarde van elektronisch stemmen tegenover het rode potlood. Wanneer er betere apparatuur beschikbaar komt, kan er opnieuw gepraat worden over elektronisch stemmen, maar de regering heeft besloten dat er tot die tijd in Nederland alleen maar met potlood en papier mag worden gestemd.