Meer dan de helft van de Nederlanders wil niet dat een rfid-chip in een product nog aan staat als ze er na aanschaf mee de winkel uitlopen. De Consumentenbond vindt dat bedrijven aan deze wens tegemoet moeten komen.
Bij een onderzoek dat werd gehouden in opdracht van de Consumentenbond, het Rathenau Instituut en ecp.nl, werd tweeduizend mensen gevraagd naar hun mening over de radiofrequentie-
Daaruit bleek dat 68 procent wil weten of er zo'n chip verwerkt zit in een product en 87 procent wanneer deze chip wordt gescand. Na de verkoop van een product zou de winkelier ervoor moeten zorgen dat een rfid-chip standaard uit staat, vindt meer dan de helft van de ondervraagden. Een derde is van mening dat dit bij sommige producten zou moeten, meldt de Consumentenbond donderdag.
Volgens de Consumentenbond kunnen de chips voor een forse inbreuk op de privacy zorgen omdat consumenten erdoor herkend kunnen worden en hun aankoopgedrag gevolgd kan worden. De bond pleit voor een systeem waarbij de consument zelf de keuze heeft of de chip aan blijft staan of niet. Hierdoor zouden producenten gedwongen worden de voordelen van activatie aan de klant duidelijk te maken.
De bond heeft zijn wens kenbaar gemaakt aan het platform Rfid-Nederland. Die organisatie refereert ook aan het onderzoek, maar richt de spotlights daarbij vooral op het feit dat bijna tweederde van de ondervraagden helemaal niet weet wat een rfid-chip is. Ook haalt het platform de uitkomst aan dat meer dan de helft van de respondenten denkt dat de technologie helpt bij het bestrijden van criminaliteit en het leven makkelijker gaat maken, zoals bij het afrekenen in de supermarkt.