Een Britse onderzoeker is van mening dat het aantal gameverslaafden tien procent te hoog wordt ingeschat. Bij hun beoordeling is volgens de Brit gelet op symptomen die ook bij gokverslaafden voorkomen, dat echter van een andere aard zou zijn.
De onderzoeker, dr. John Charlton, heeft de afgelopen jaren onderzoek verricht naar de vraag wat gameverslaving precies is. Daardoor heeft hij ontdekt dat veel andere onderzoekers ervan uitgaan dat game- en gokverslaafden dezelfde symptomen vertonen en dat hun gedrag dus op dezelfde wijze bepaald wordt door de verslaving. Charlton meent echter dat bepaalde indicatoren niet wijzen op verslaving bij gamers, maar slechts op een hoge toewijding. Als die groep aanwijzingen niet wordt meegenomen in de berekening, valt het aantal gameverslaafden ongeveer tien procent lager uit.
Uit onderzoek van Charlton onder 400 gamers van het spel Asheron's Call bleek dat bij veertig procent het sociale leven buiten het spel onder het vele spelen te lijden had. Volgens een even groot percentage leidde het gamen weleens tot ruzies. Een derde van de ondervraagden gaf aan dat het dwangmatig moeten spelen van een game soms botste met het gewone werk. Ruim de helft van de bevraagde gamers had een slaaptekort vanwege het moeten spelen en iets meer dan een derde had weleens maaltijden gemist. Charlton is er dan ook zeker van overtuigd dat gameverslaving bestaat en een groot probleem kan vormen voor die groep mensen bij wie het gamen negatieve of zelfs verslavende effecten heeft