Volgens professor Michael Geist, gespecialiseerd in internetrecht, wordt de hoeveelheid camcorderpiraterij schromelijk overdreven door de MPAA. 'Het is tijd dat feiten en fictie gescheiden worden', aldus Geist.
Het opnemen van bioscoopfilms met behulp van een camcorder om deze vervolgens op internet te zetten, is volgens de entertainmentindustrie een populaire bezigheid van piraten. Verschillende Hollywood-studio's hebben zelfs een beloningsprogramma voor bioscoopmedewerkers die een bezoeker met camcorder weten te betrappen. Uit recent gepubliceerde cijfers zou blijken dat in Canada veertig tot vijftig procent van de camcordende piraten actief zijn, terwijl eerder nog bekendgemaakt werd dat 23 procent van de met een camcorder opgenomen films uit Canada afkomstig was. Geist wijst er echter op dat deze cijfers niet geverifieerd zijn door een onafhankelijk bureau, maar door de filmindustrie zelf naar buiten gebracht zijn. Tussen begin 2004 en augustus jongstleden zouden 179 films door middel van een bioscoopopname met een camcorder illegaal verspreid zijn, terwijl in diezelfde periode de MPAA-leden 1400 films uitbrachten.
Daarnaast stelt de MPAA dat negentig procent van de downloadbare dvd's te herleiden is tot een illegale opname met een camcorder in een bioscoop, maar ook dat getal moet met een korrel zout genomen worden volgens de professor. Piraten schakelen namelijk zo snel mogelijk over naar dvd-rips, omdat de kwaliteit daarvan veel hoger is en omdat deze downloads beter gewaardeerd worden door hun publiek. Camcorded dvd's vormen volgens Geist dan ook slechts een paar weken concurrentie voor de bioscoopzalen en de invloed ervan zou werkelijk miniem zijn op het massale aantal bioscoopgangers. De economische impact van het camcorden op de omzet van de filmindustrie is volgens de professor dan ook niet meer dan een afrondingsfoutje.
