De door vele vertragingen geplaagde 802.11n-standaard voor draadloze communicatie zal vermoedelijk pas medio 2008 zijn definitieve status verkrijgen. Niettemin begint de Wi-Fi Alliance al in de eerste helft van 2007 met het certificeren van producten die dit protocol implementeren. Deze testorganisatie doet dit rond die tijd op basis van die elementen waarvan vrijwel vast staat dat ze ook in de uiteindelijke standaard opgenomen zullen worden. De eerste 802.11n-producten met certificering zouden daarom rond juni 2007 moeten verschijnen. Alhoewel de alliantie er vanuit gaat dat producten uit deze eerste certificeringsfase compatibel zullen zijn met gecertificeerde hardware op basis van de definitieve standaard, zullen zij toch een ander Wi-Fi-label gebruiken dat aangeeft dat het om een voorlopige goedkeuring gaat.
De Wi-Fi Alliance rekent onder meer Intel, Motorola en Cisco tot zijn leden en is verantwoordelijk voor de compatibiliteit van de diverse draadloze standaarden. Als een product het Wi-Fi-label krijgt, dan kan deze relatief eenvoudig communiceren met andere gecertificeerde apparatuur. Normaal start dit goedkeuringsproces pas als de IEEE de standaard ook daadwerkelijk heeft bekrachtigd. Pas daarna start de Wi-Fi Alliance met uitdelen van de logo's die een bepaalde mate van interoperabiliteit garanderen. De vertragingen bij de IEEE hebben de alliantie er alleen toe gezet eerder aan de slag te gaan dan normaal. Na het uitkomen van de echte standaard zal een nieuwe testronde uitgevoerd worden. De eerste reacties vanuit de industrie zijn positief: Intel, Atheros en Argo steunen de stap. Ook Dell en Netgear, die eerder al zelfstandig pre-802.11n-producten lanceerden, staan positief tegenover de keuze.