De rechtbank in Zutphen heeft Medical Computer Support (MCS) in het ongelijk gesteld in een zaak tegen een ingehuurde programmeur, die delen van door hem geschreven broncode van programmatuur had meegenomen. Het bedrijf stapte naar de rechtbank toen bij het opvragen van de broncode bleek dat de programmeur, Reijer Koopsen, daar 600.000 euro voor wilde vangen. De rechtbank besliste echter dat MCS onvoldoende kon onderbouwen waarom de programmatuur van het bedrijf zou zijn.
MCS wilde de broncode van Koopsen hebben voor het geval zich problemen zouden voordoen met de medische programmatuur die het bedrijf levert. 'Hij is met de broncode naar het Caribische gebied vertrokken. Het meest stuitende voor mij was dat iemand dat doet terwijl mensen in het ziekenhuis afhankelijk zijn van onze programma's', aldus een verontwaardigde MCS-directeur Ed van der Velden. Uiteindenlijk wist het bedrijf zich tegen eventuele problemen in te dekken door de eigen programmeurs aan het werk te zetten, maar voor Van der Velde is het een principezaak geworden. Hij meent inmiddels het benodigde bewijs wel op tafel te kunnen leggen. 'Omdat wij inmiddels geen problemen meer hebben, valt voor de heer Koopsen ook de mogelijkheid tot afpersing af', aldus de MCS-directeur. Volgens Maarten Heinemann, advocaat van de programmeur, draait de zaak vermoedelijk op een bodemprocedure uit.
De twist tussen MCS en Koopsen is toegespitst op de status van de onderlinge relatie. Volgens MCS was er sprake van een detacheringovereenkomst; advocaat Heinemann stelt echter dat zijn cliënt en het bedrijf een distributieovereenkomst hadden, met Koopsen als leverancier en MCS als distributeur. Bij een detacheringovereenkomst behoren de auteursrechten van de broncode aan het bedrijf, maar in het geval van een distributieovereenkomst liggen de copyrights bij de programmeur. Heinemann kenschetst het geschil tussen MCS en Koopsen als 'een populair misverstand': 'Bedrijven denken dat als ze opdracht geven tot het maken van programmatuur, ook het auteursrecht daarover van hen zal zijn. Maar dat is niet het geval', aldus de advocaat.