Het glasvezelproject Damsternet in het Groningse Appingedam mag geen steun van de gemeente ontvangen, zo heeft de Europese Commissie vandaag laten weten. Volgens eurocommissaris van Mededinging Neelie Kroes is subsidiëring door overheidslichamen aanvaardbaar in gebieden waar breedbandverbindingen niet tegen redelijke voorwaarden te verkrijgen zijn. Appingedam kent echter al een voldoende aanbod van breedband door private partijen, zoals KPN en Essent. Volgens de Commissie zou de subsidie leiden tot concurrentieverstoring en schade doen aan private investeringen, iets wat in strijd is met het EG-verdrag. Het is de eerste keer dat Brussel staatssteun aan een breedbandproject afkeurt.
Enkele jaren geleden ontstond het idee om alle huizen in de gemeente Appingedam te voorzien van een glasvezelaansluiting. Kabelprovider Essent, die het gebied voorziet van breedbandinternet via de kabel, kon in 2004 de plannen via de rechter voorlopig blokkeren. In 2005 werd de Commissie door de Nederlandse overheid op de hoogte gebracht van de plannen, waarna een toetsing aan de Europese regels volgde. Daaruit is naar voren gekomen dat het Damsternet-project afwijkt van eerder beoordeelde breedbandprojecten. Die betroffen tot nu toe altijd landelijke gebieden waar commerciële exploitatie niet van de grond kwam.
De gemeente Appingedam heeft nog geen subsidies verstrekt en hoeft daarom niets terug te vorderen. De gemeente Amsterdam neemt ook deel aan een glasvezelproject in de eigen stad, in de hoedanigheid van investeerder. Een door UPC aangespannen kort geding werd onlangs door de kabelaar verloren, waardoor de aanleg in Amsterdam voorlopig gewoon kan verdergaan. De Europese Commissie moet nog zijn oordeel geven over het Amsterdamse project, maar volgens de rechter is het niet waarschijnlijk dat de Amsterdamse constructie verboden wordt. De gemeente zou zich namelijk, anders dan Appingedam, gedragen als een private investeerder, gelijkwaardig aan de andere investeerders in het project. De Commissie had eerder aangegeven dat er in dat geval geen sprake zou zijn van ongeoorloofde staatssteun.