De gemeente Amsterdam heeft op haar website bekendgemaakt dat het college van burgemeester en wethouders heeft besloten tot de aanleg van een publiek glasvezelnet. Voor de aanleg is samenwerking gezocht met vijf grote woningcorporaties en beleggers, die net als de gemeente elk een derde van de aanlegkosten voor hun rekening zullen nemen. Het aangegane samenwerkingsverband, 'GlasvezelNet Amsterdam' of kortweg GNA, zou 'nog dit jaar' met de werkzaamheden beginnen. Vanaf medio 2006 gaat de schop in de grond, en in 2007 zou het netwerk volledig operationeel moeten zijn. De levensduur van het net wordt op dertig jaar geraamd, hoewel de vraag of glasvezel zo lang een zinvolle concurrent voor bijvoorbeeld draadloze verbindingen kan zijn, gerechtvaardigd lijkt. Zowel de gemeenteraad als de Europese Commissie moeten overigens nog toestemming voor het project geven.
Het GNA-netwerk moet Amsterdam in staat stellen om 'met andere grote Europese steden te concurreren'. De stadsdelen die in eerste instantie de strijd met Londen, Berlijn en Parijs moeten aangaan zijn Zeeburg, Oost/Watergraafsmeer en Osdorp. Daarmee zal ongeveer tien procent van de hoofdstad beglaasd zijn. Voor exploitatie van het net heeft BBned 'de economisch meest gunstige aanbieding' gedaan. Voor 'ongeveer vijftig euro' zal dat bedrijf de triple-playabonnementen - internet, televisie, telefonie - aan de consumenten gaan leveren. Het netwerk wordt echter 'zo open als praktisch mogelijk is': derden mogen tegen 'non-discriminatoire' prijzen capaciteit op het netwerk aanschaffen, zodat iedereen digitale diensten kan aanbieden. Zo zouden zorginstellingen het GNA-net kunnen gebruiken voor 'hulp aan patiënten thuis via videoverbindingen'.
