Parijs wil eind volgend jaar het beste stedelijke WiFi-netwerk ter wereld hebben. Het bestuur van de Franse hoofdstad wil zelf op vierhonderd plaatsen gratis access points neerzetten. Ook geeft het providers groen licht om antennes te plaatsen op andere strategische plekken. Als initiële lokaties worden parken, pleinen, bibliotheken en andere openbare gelegenheden genoemd. Men denkt op deze manier al een groot aantal mensen te kunnen bereiken, maar er wordt ook geen geheim van gemaakt dat het ultieme doel stadsbrede dekking is: eind 2007 wil men een experiment gaan houden met een volledig arrondissement.
Het plan maakt deel uit van een groter doel om van Parijs de 'beste verbonden' hoofdstad ter wereld te maken. De initiatiefnemer - burgemeester Bertrand Delanoe - denkt hiermee een belangrijk concurrentievoordeel ten opzichte van andere internationale steden te kunnen bewerkstelligen. Een ander onderdeel van het plan is het geven van fikse belastingkorting (tot 90%) aan bedrijven die zich bezig houden met de aanleg van glasvezel: in Delanoe's visie zal vier op de vijf gebouwen in 2010 voorzien zijn van een optische aansluiting. Het is niet nodig om de hele stad hiervoor open te leggen: de kabels zullen gewoon door de riolen getrokken worden.
In Nederland leidde een soortgelijk initiatief tot ophef onder de commerciële internetproviders: kabelgigant UPC klaagde de gemeente Amsterdam zelfs aan voor oneerlijke concurrentie. De gemoederen daarbij lopen hoog op: UPC probeert de voorbereidende werkzaamheden te blokkeren zolang de Europese Commissie niet bevestigd heeft dat het legaal is. Ondertussen wordt ook buiten Europa hard gewerkt aan 'internetsteden'. Onder andere San Francisco en Taiwan hebben grote ambities op dit gebied.
