GamePC heeft een van z'n bekende 'battles' een nieuwe revisie gegeven: de nieuwste Opteron van AMD en Xeon Nocona van Intel nemen het in een dual opstelling tegen elkaar op. Van de Opteron worden er twee 250s gebruikt die op 2,4GHz draaien, van de Xeon twee 3,4GHz modellen. Ook al zijn beide processors 64-bit enabled, er zijn geen 64-bit-benchmarks gedraaid. Desalniettemin zijn er verschillende workstation-benchmarks uit de kast getrokken die een gedegen zicht geven op de prestatieverschillen op allerlei vlakken tussen de 3,4GHz Xeon Nocona en de 1000MHz lager geclockte Opteron 250. In de vergelijkingstabel waarin de technische specificaties tegen elkaar worden uitgezet springen er twee zaken uit: zo is er het gegeven dat de Xeon Nocona 31 pipeline-stages heeft en de Opteron 250 er naar verhouding 'slechts' 12 heeft. Daarnaast werkt de Xeon Nocona met het nieuwe DDR2-geheugen terwijl de Opteron met DDR-geheugen z'n data rondstuurt door het systeem. Beiden hebben overigens registered DIMMs nodig.
In de verschillende benchmarktests worden ook de oudere Opteron 246 en 248 meegenomen, om de prestaties te vergelijken met de nieuwe 250. Als eerste test wordt de synthetische CPU Arithmetic-benchmark gedraaid van SiSoft Sandra waar uit blijkt dat de Opteron 250 zeker z'n mannetje staat: de Xeon 3,4GHz wordt met ruim 2500 punten verslagen bij deze test. In de CPU Multimedia-test is de Xeon 3,4GHz echter aan de winnende hand, met HyperThreading aan.
Ook in de verdere tests gaat de winst over en weer: de ene keer is de Opteron de onbetwiste winnaar zoals bij de synthetische geheugen-test van SiSoft Sandra, de andere keer wint de Xeon bij onder andere de 2D-content creation-tests. Bij de 3d-rendertests van Maya en 3Dsmax komt juist de Opteron weer goed uit de bus, net als bij het media encoding deel en de Apache webserver-test. In de conclusie van het artikel is men dan ook zeer goed te spreken over de Opteron, en wordt deze dan ook de winnaar genoemd. Echter, Intel heeft met verschillende verbeteringen aan de nieuwe Xeon Nocona en de E7525-chipset bewezen dat het Xeon-platform zeker nog leven in zich heeft, helemaal vanwege nieuwe technologieën zoals DDR2 en PCI Express dat op Xeon-moederborden sneller geïmplementeerd zal worden dan op Opteron-moederborden.
