Journalisten van The New York Times krijgen toegang tot verschillende generatieve-AI-tools, waaronder een zelfontwikkeld systeem. Dat meldt Semafor op basis van interne berichten. De NYT benadrukt dat journalisten niet hele alinea's moeten herschrijven met de tools.
De tools kunnen journalisten 'assisteren', bijvoorbeeld bij het schrijven van titels die goed door Google worden opgepikt, teksten voor sociale media en het bedenken van vragen, schrijft Semafor. De redacteuren krijgen onder meer toegang tot GitHub Copilot, Google Vertex AI, NotebookLM, Amazon-tools en OpenAI-api's, met uitzondering van ChatGPT. De krant heeft ook een eigen bètatool gemaakt, Echo, die artikelen kan samenvatten.
De journalisten worden aangemoedigd om de tools te gebruiken bij het ondersteunen van het werk en om bijvoorbeeld ideeën uit te werken waarvoor programmeerwerk nodig is. De krant zou ook 'toegankelijker' kunnen worden, bijvoorbeeld door het vertalen van teksten of door ze voor te laten lezen door AI.
Tegelijk zegt de krant dat de redacteuren AI niet mogen gebruiken om artikelen te schrijven of deze significant aan te passen met de tools. De journalisten mogen ook geen auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden importeren, de AI gebruiken om paywalls te omzeilen of AI-afbeeldingen of -video's gebruiken. Dit laatste mag alleen om de tools te demonstreren en als ze 'fatsoenlijk gelabeld' zijn. The New York Times heeft zijn AI-'principes' op een aparte webpagina uitgelegd. Overigens heeft de krant OpenAI aangeklaagd omdat het AI-bedrijf zijn artikelen zou misbruiken om AI te trainen.