AMD gaat zijn RDNA- en CDNA-architecturen voor gpu's op termijn samenvoegen. Momenteel zijn dat twee losse architecturen, respectievelijk voor gaming- en datacenter-gpu's. In de toekomst wil het bedrijf overstappen op een verenigde architectuur, genaamd UDNA.
AMD bevestigt het samenvoegen van RDNA en CDNA tot een enkele architectuur tijdens de IFA in Berlijn, schrijft ook Tom's Hardware. Dat vertelt Jack Huynh, seniorvicepresident van AMD's Computing and Graphics-bedrijfstak. De overstap naar UDNA moet het makkelijker maken voor ontwikkelaars om hun software te optimaliseren voor AMD-gpu's.
De chipmaker biedt sinds 2020 twee losse gpu-architecturen aan, toen het afstapte van GCN. RDNA was specifiek ontworpen voor de gamingmarkt en AMD's Radeon-videokaarten, terwijl CDNA juist was ontworpen voor AI- en hpc-workloads met de Instinct-datacenter-gpu's van het bedrijf. Beide architecturen hebben specifieke optimalisaties voor hun bedoelde publiek. Door de gpu-architectuur te versimpelen, hoeven ontwikkelaars zich voortaan op slechts één ecosysteem te richten.
Het bedrijf wil met de overstap beter kunnen concurreren met Nvidia's CUDA-ecosysteem. Dat onderliggende platform vormt de basis voor zowel Nvidia's GeForce-gpu's voor consumenten, als de hpc- en AI-chips van het bedrijf. Volgens Huynh heeft CUDA vier miljoen ontwikkelaars en AMD wil naar eigen zeggen soortgelijk succes bereiken. Het bedrijf maakt gebruik van de opensource-ROCm-softwarestack, maar die is nog altijd minder populair dan CUDA.
AMD wilde overigens nog niet vertellen wanneer het de overstap naar UDNA precies wil maken. Het is dan ook niet bekend vanaf welke generatie de architecturen worden samengevoegd. Begin volgend jaar introduceert het bedrijf waarschijnlijk zijn eerste RDNA 4-gpu's, maar die zullen naar verwachting nog niet zijn samengevoegd met CDNA. De overstap wordt dus vermoedelijk op zijn vroegst bij RDNA 5 uitgevoerd, of mogelijk nog later.