Lidstaten van de Europese Unie hebben in de eerste helft van 2024 voor het eerst meer elektriciteit opgewekt met wind- en zonne-energie dan met fossiele brandstoffen. Vooral Duitsland, Italië, Spanje, Frankrijk en België dragen bij aan de afname van het fossielebrandstofgebruik.
In de eerste helft van 2024 werd grofweg 30 procent van alle in de EU opgewekte elektriciteit met wind en zonne-energie gedaan, meldt energiedenktank Ember. In diezelfde periode daalde het aandeel van stroomopwekking met fossiele brandstoffen, waaronder die met aardgas en vooral steenkool, naar 27 procent. Nederland wekte na Duitsland de meeste extra stroom met wind op: 4,6TWh meer dan in de eerste helft van 2023, wat een stijging van 35 procent is. De overige elektriciteit werd voornamelijk opgewekt in kerncentrales en waterkrachtcentrales.
Onder meer Nederland, België en Duitsland, alsmede de EU als geheel, bereikten begin dit jaar de mijlpaal waarbij duurzame energieopwekking de opwekking met fossiele brandstoffen oversteeg. Onder meer Zweden, Spanje, Denemarken, Litouwen en Frankrijk bereikten die mijlpaal al eerder. Dankzij de focus op energietransitie zeggen de onderzoekers dat de CO₂-uitstoot van de energiesector bijna een derde lager was dan in dezelfde periode twee jaar eerder.