In de eerste helft van 2025 werd voor het eerst meer elektriciteit uit hernieuwbare bronnen dan uit steenkool opgewekt, becijfert denktank Ember. 34,7 procent van de wereldwijde elektriciteit kwam uit hernieuwbare bronnen. Het aandeel van steenkool was 32,7 procent.
Het steenkoolverbruik daalde vooral in China en India, schrijft Ember, mede omdat de groei van wind- en zonne-energie volledig volstond om aan de stijgende vraag naar elektriciteit te voldoen. In de Europese Unie nam het gebruik van gas en in mindere mate steenkool juist toe om de dalingen uit waterkracht, bio-energie en windenergie te compenseren.
Vooral de hoeveelheid zonne-energie groeide hard: in de eerste helft van 2025 we
rd 306TWh meer opgewekt uit zonne-energie dan vorig jaar, een stijging van 31 procent en de grootste absolute stijging die Ember tot nu toe heeft gemeten. Het totale aandeel zonne-energie was 8,8 procent, ruim een verdubbeling ten opzichte van 2021 (3,8 procent). De stijging was volgens de organisatie vooral te danken aan capaciteitsuitbreidingen. De wereldwijde zonne-energiecapaciteit werd in de eerste helft van dit jaar met 380GW uitgebreid, 64 procent meer dan vorig jaar.Hongarije is het land dat relatief het meeste zonne-energie opwekt: bijna 30 procent van de elektriciteitsvoorziening van het Oost-Europese land kwam uit zonnepanelen. Griekenland, Nederland, Pakistan, Spanje, Australië en Duitsland wekten allemaal ook meer dan 20 procent van hun elektriciteit op met zonne-energie. Onder meer België en Nederland profiteerden ook van zonnige weersomstandigheden, maar volgens Ember waren capaciteitsuitbreidingen verreweg de belangrijkste drijvende kracht achter de toename van de opwekking uit zonne-energie.
De windenergieproductie groeide gedurende de eerste helft van 2025 met 7,7 procent naar 1365TWh. Het wereldwijde aandeel van windenergie in de wereldwijde elektriciteitsvoorziening steeg daarmee naar 9,2 procent; dat bedroeg vorig jaar nog 8,8 procent. In de EU en de VS daalde de productie van windenergie, maar wereldwijd was nog steeds sprake van een stijging.