De Autoriteit Persoonsgegevens zegt dat de privacyrisico's van cyberaanvallen vaak 'veel te laag' worden ingeschat door organisaties. Dat schrijft de toezichthouder bij een jaarlijks overzicht van datalekmeldingen. Er werden vorig jaar ruim 25.000 datalekken gemeld.
'Te veel organisaties' die in Nederland slachtoffer worden van een cyberaanval, laten het na om mensen te waarschuwen dat hun gegevens zijn gelekt, schrijft de Autoriteit Persoonsgegevens. "Met als gevolg dat de mensen van wie er persoonlijke gegevens zijn gelekt, zich niet kunnen wapenen tegen mogelijke oplichting of andere misdrijven van cybercriminelen."
Volgens de analyse van de privacytoezichthouder worden vooral cyberaanvallen waarbij een groot aantal e-mailadressen of telefoonnummers is gelekt als 'te laag' ingeschat. Hierbij schat 81 procent van de organisaties de risico's van de aanval voor slachtoffers namelijk te laag in, stelt de toezichthouder. Betrokkenen worden hierbij wel relatief vaak geïnformeerd, met 60 procent.
Slachtoffers worden het minst geïnformeerd als het om bijzondere persoonsgegevens gaat, namelijk in 38 procent van de gevallen. Bijzondere persoonsgegevens zijn bijvoorbeeld gegevens over iemands ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, gezondheidsinformatie of gegevens over religieuze opvattingen. Organisaties geven aan slachtoffers soms niet te informeren, omdat ze geen 'onnodige onrust' willen veroorzaken, of omdat het onduidelijk zou zijn welke data er is gestolen. Dat is opvallend, omdat uitgerekend bijzondere persoonsgegevens juist een aparte status zijn volgens de AVG. Voor zulke gegevens geldt dat bedrijven ze extra goed moeten beschermen, al geldt er geen aparte meldplicht voor.
In het jaaroverzicht gaat de Autoriteit Persoonsgegevens ook in op de cyberaanval op Nebu van maart 2023. Dit bedrijf levert software voor markt- en klanttevredenheidsonderzoeken en heeft in Nederland 190 klantorganisaties als klant. Die klantorganisaties zijn verantwoordelijk voor het inlichten van slachtoffers, niet Nebu. Toch waren er in ieder geval 34 klantorganisaties die niet zelf klanten informeerden of het datalek meldden bij de AP. De toezichthouder pleegde daarom interventies bij die klantorganisaties, waarna ze slachtoffers toch gingen informeren. Zo zijn 50.000 slachtoffers van de in totaal 2,5 miljoen slachtoffers alsnog geïnformeerd. "Alle 190 klantorganisaties hebben uiteindelijk aan hun meldplicht voldaan", schrijft de AP, die nog onderzoek doet naar Nebu.
Vorig jaar zijn er 25.694 datalekken gemeld bij de AP. Het grootste deel hiervan, bijna 10.000, ging om brieven die naar de verkeerde klant of burger werden verzonden. Bij 5895 datalekmeldingen stelde de toezichthouder verdiepend toezicht in en bij 27 datalekken is de Autoriteit een uitgebreider onderzoek gestart. Hierbij ging het 'voornamelijk om situaties waarbij een organisatie de slachtoffers van een cyberaanval niet informeerde, terwijl dat wel moest'.
Het aantal meldingen is daarmee flink gestegen. In 2022 daalde het aantal datalekmeldingen nog naar 21.151. Het nieuwe aantal datalekmeldingen is zelfs nog hoger dan in 2021, toen de AP 24.866 meldingen ontving.
Met de aanvallen zijn gegevens van in totaal zo'n 20 miljoen slachtoffers gestolen binnen en buiten Nederland. 82 procent hiervan komt van de tien grootste cyberaanvallen. Bij de grootste cyberaanval van vorig jaar zijn de gegevens van 9,8 miljoen mensen gestolen.
:strip_exif()/i/2006621984.jpeg?f=imagenormal)