AP behandelde minder privacyklachten door minder telefonisch bereikbaar te zijn

De Autoriteit Persoonsgegevens ontving vorig jaar veel minder privacyklachten dan het jaar ervoor, wat grotendeels kwam doordat de toezichthouder bewust minder goed bereikbaar was. De AP schakelde het aantal telefonisch bereikbare uren terug vanwege onderbezetting.

In 2022 ontving de Nederlandse privacytoezichthouder 13.113 klachten, schrijft de AP in haar jaarverslag. Dat zijn er veel minder dan het jaar ervoor. In 2021 kwamen er nog 18.140 klachten binnen. Ook het aantal datalekmeldingen daalde stevig. Dat daalde van 24.866 in 2021 naar 21.151 in 2022. Daarmee daalde ook de achterstand bij de privacytoezichthouder. Vorig jaar schreef de AP nog in haar jaarverslag dat er meer dan 10.000 klachten van burgers op de plank lagen. De AP is verplicht iedere klacht of melding in behandeling te nemen, maar komt daar niet aan toe. In 2022 wist de AP die achterstand wel flink te verlagen. Aan het eind van het jaar lagen er nog 5723 klachten die niet in behandeling waren genomen.

Die terugloop in meldingen is te wijten aan de beperktere bereikbaarheid van de toezichthouder. De AP verlaagde onder andere de telefonische bereikbaarheid. Daardoor konden minder burgers meldingen doen die later mogelijk een officiële klacht werden. Ook paste de AP het klachtenformulier in met een waarschuwing dat het wel een half jaar kan duren voor een klacht in behandeling wordt genomen. De AP wijt dat aan 'beperkte capaciteit'.

De AP klaagt al jaren dat ze te weinig budget krijgt. De toezichthouder wil 100 miljoen euro per jaar, een verviervoudiging van het huidige jaarbudget. In het regeerakkoord uit 2021 werd acht miljoen euro per jaar aan extra budget toegezegd, maar pas vanaf 2025.

Ook op veel andere vlakken laat de AP zaken liggen, terwijl ze wel verplicht is die op te pakken. Zo moeten er nog 203 vergunningsaanvragen worden behandeld, 32 wetgevingen worden beoordeeld en 181 internationale doorgiftes worden goedgekeurd.

2021 2022 Op de plank
Datalekmeldingen 24.886 21.151 718
Aantal klachten 18.914 13.113 5723
Afgeronde nationale onderzoeken 22 19 10
Internationale onderzoeken 1 17 30
Aantal boetes, lasten onder dwangsom,
corrigerende maatregelen, berispingen
16 28

De Autoriteit Persoonsgegevens zegt dat er in 2022 'meermaals' discussie ontstond die draaide over de tegenstelling tussen vrijheid en veiligheid. Volgens de AP creëerde de overheid meer dan eens zo'n tegenstelling. "Bij de verwerking van persoonsgegevens liggen de waarden vrijheid en veiligheid vaak in elkaars verlengde, maar soms lijken ze lijnrecht tegenover elkaar te staan. Een goede balans tussen deze twee fundamentele waarden is belangrijk", zegt de AP.

Ook ziet de toezichthouder dat de Nederlandse overheid nog steeds weinig rekening houdt met privacy bij het opstellen van wetten. De AP beoordeelde 106 wetgevingstrajecten en gaf in 22 gevallen een negatief advies vanwege 'ernstige bezwaren'. De overheid noemt dan vaak wel dat moet worden voldaan aan de AVG, maar geeft daar weinig onderbouwing bij. "Hierdoor wordt het maken van afwegingen over deze waarborgen doorgeschoven naar het bestuursorgaan, zonder duidelijkheid over de gemaakte afwegingen en de gevolgen voor burgers", zegt de toezichthouder.

Door Tijs Hofmans

Nieuwscoördinator

17-05-2023 • 16:02

31

Reacties (31)

31
31
18
4
0
7
Wijzig sortering
Het lijkt steeds vaker een strategie van de regering te zijn om mooie wetten aan te nemen maar vervolgens niet genoeg geld beschikbaar te stellen om ze uit te voeren.

Politiek gaat over het maken van keuzes. Wat we willen is makkelijk, iedereen heeft een verlanglijst, maar waar het geld vandaan komt is moeilijk, daarvoor moeten beslissen welke dingen we niet doen, ook al willen we ze wel.

Wetten maken die alle problemen oplossen en iedereen z'n zin geeft is een beetje laffe manier van de kiezer voor de gek houden. Als de kiezer klaagt kun je altijd zeggen "maar wij hebben een wet die het probleem oplost hoor" en de schuld neerleggen bij de uitvoerende partij.
Ik denk dat het komt omdat we relatief veel mensen vanuit de overheid in de politiek hebben zonder ervaring in uitvoering. Kijk maar hoeveel Kamerleden een carrière hebben gehad bij een ministerie of andere overheidsinstelling of daar zitten dankzij hun netwerk als persoonlijke medewerker. Mensen die graag nieuwe wetten aankondigen, maar zicht niet bezighouden met uitvoering. Ze denken dat een wet het probleem oplost omdat ze niet of nauwelijks praktijkervaring hebben met uitvoering. Zolang politieke partijen mensen hoog op de lijst zetten gebaseerd op hun persoonlijke connecties i.p.v. inhoudelijke kennis, zal dat niet veranderen.
Kamerleden maken zelf nauwelijks tot geen wetten, dan doen ambtenaren. Kamerleden zitten er vooral om hun partijstandpunten te verdedigen en het werk van de ambtenaren uit te leggen, en soms leidt dat tot een nieuwe of aangepaste wet. Dat kamerleden geen praktijkervaring hebben wordt in debatten en/of in de media soms pijnlijk duidelijk, maar dat heeft nauwelijks invloed op de wet die gemaakt wordt. Wat je wel kunt zeggen is dat de ambtenaren die de (concept)wetten maken te ver van de praktijk zijn geraakt (of er überhaupt nooit bij in de buurt zijn geweest).
Vaak maken ambtenaren prachtige wetten. Daarna neemt de Tweede Kamer een aantal amendementen (hier stond voor de edit 'moties') aan die de goed doordachte en uitvoerbare wet wijzigen in een slecht en onuitvoerbaar compromis. Een voorbeeld is dat de Tweede Kamer de hardheidsclausule uit de wet haalde die heeft geleid tot de toeslagenaffaire. Doordat die hardheidsclausule ontbrak, stond de wet de uitvoerende macht en de rechters niet toe om in schrijnende gevallen af te wijken van de regels uit de wet. Dus ja: ambtenaren maken een concept, maar daarna begint de discussie pas en het laatste woord over de inhoud is aan de politiek.

[Reactie gewijzigd door pmeter op 23 juli 2024 22:21]

Dan nog blijf ik erbij dat kamerleden geen wetteksten maken. Uiteraard reageren ze er wel op, en op basis van die feedback worden teksten aangepast. Dus ze hebben wel invloed (dat ontken ik ook nergens), maar maken? Nee.
Euhm. Wat te denken van een initiatiefvoorstel? Zo heet een wet die door een kamerlid is gemaakt. Een voorbeeld is het initiatiefwetsvoorstel van het Kamerlid Henri Marchant dat het vanaf 1920 mogelijk maakte voor vrouwen om te stemmen bij de verkiezingen.

Daarnaast zijn amendementen van de tweede kamer over wetten van het kabinet vaak heel specifiek. Een concreet voorbeeld:
In artikel I, onderdeel D, wordt in het voorgestelde artikel 13a na het opschrift een lid ingevoegd, luidende:
0. Dit artikel is van toepassing op arbeidssituaties in ondernemingen waar in de regel ten minste 25 personen werkzaam zijn. Artikel 1, tweede tot en met vierde lid, van de Wet op de ondernemingsraden is van overeenkomstige toepassing.


Dat is meer dan invloed. De Tweede Kamer beslist uiteindelijk wat er met een wetsvoorstel van ambtenaren van het ministerie wordt gedaan. De Tweede Kamer kan daarbij ook inhoudelijke aanpassingen doorvoeren. De Eerste Kamer kan alleen instemmen of tegenstemmen.

[Reactie gewijzigd door pmeter op 23 juli 2024 22:21]

Kamerleden ontroleren de regering en zijn (mede)wetgever.

Taken en rechten parlement
Het parlement bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. Beide Kamers controleren de regering en zijn (mede)wetgever. De Kamers hebben speciale rechten om die taken goed te kunnen uitvoeren.

Regering controleren en wetten maken
Het parlement (ook wel Staten-Generaal) controleert het beleid van de regering (de Koning en de ministers).

Ook heeft het parlement een wetgevende functie. Een wet gaat pas in als de Eerste en de Tweede Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen.


Bron
"Maken" is hier overdrachtelijk, niet letterlijk. Zie je het al voor je dat een minister of kamerlid 's avonds nog even wat wetteksten gaat zitten typen in zijn/haar eentje?
Wetsvoorstellen kunnen worden ingediend door de regering en door de Tweede Kamer. Dit laatste heet het recht van initiatief.
Bron: https://www.denederlandse...indiening_wetsvoorstellen

Dat kamerleden wellicht niet zelf wetten typen betekent niet dat ze dit niet mogen doen. Ieder 2e kamerlid mag dus 's avonds, in het weekend, op vakantie, een wetsvoorstel schrijven en deze aanbieden aan de 2e kamer.
Ik deed dat als medewerker van een kamerlid wel eens, ja.
Ik deed dat als medewerker van een kamerlid wel eens, ja.
Je hebt geen idee van de werkdruk van Kamerleden.
Ja, dat kun je voor je zien bij volksvertegenwoordigers. Iedere volksvertegenwoordiger kan zelf wetgeving maken, en doet dat dan zelf of samen met anderen. En zelfs al zouden ze hulp hebben, dan zijn dat bijvoorbeeld politieke collega's, zoals medewerkers van hun fractie. Het is niet alsof een volksvertegenwoordiger van een ministerie ambtenaren kan huren om hun werk te doen. Daarbij is het onder verantwoordelijkheid van de indieners, dus wat er ook geschreven is, dat kan alleen als de indieners en medestanders het er inhoudelijk mee eens zijn.

Wetgeving die de toezichthouder bekijkt hoort dus gelezen te worden zoals de indieners het voorstellen. Dat gaat dus niet alleen om het schrijven, maar ook meedenken, voorstellen en corrigeren door de indiener.

[Reactie gewijzigd door kodak op 23 juli 2024 22:21]

Bij ministeries klagen de buitendiensten - die wetten en regelingen uitvoeren - ook steen en been over de ambtelijke top en de wetsontwerpende ministeriële tak. Goed dat de Algemene Rekenkamer er een vinger op legt dat men de prioriteiten verkeerd legt.
Nu ben ik 40 jaar ambtenaar geweest (in een grote gemeente, dus niet het Rijk).

Laat mij je uit een droom helpen: wetten worden uitgeschreven door ambtenaren, maar bedacht door politici. Politici geven aan b.v. met welke doelgroep(-en) rekening moet worden gehouden, wat voor vergoedingen waarvoor moeten komen, en geven b.v. aan wat voor soort wetten er specifiek voor welke doelgroep geschreven moeten worden. De overlap tussen veel van deze wetten is soms groot, maar ze worden niet bij elkaar gevoegd - ondanks regelmatig "majeure stelselherzieningen". Dat ligt bij de politiek, niet de ambtenarij.
Af en toe heeft de politiek echter wel een brainfart, en dan krijg je zoiets als de Omgevingswet (een samenvoeging van veel wetten en uitvoeringsregels). Dat vermindert de regeldruk dan gelukkig weer.

Ambtenaren voegen de meer publieksrechtelijke vereiste juridische context toe (waar door politici nog in detail wordt gekeken of dat strookt met hun plannen of partijpolitiek), incl. door politici gewenste uitzonderingen. Grosso modo kun je stellen dat politici het raamwerk (incl. details) van wetgeving uitzetten, en dat ambtenaren dat 'mogen' uitvoeren/-schrijven. Mochten ambtenaren aangeven dat (onderdelen van) wetgeving niet uitvoerbaar is dan is dat jammer voor ze. Politici bepalen wat er in wetgeving terecht komt.
Mocht er in de media dan veel ruchtbaarheid gegeven worden aan rare (afwijkende en/of onvoorziene) burgersituaties, dan zullen politici dat (hopelijk) bezien en aanpassingen doorgeven aan ambtenaren.
Als je problemen hebt met wetgeving, moet je dus in principe niet bij ambtenaren zijn. Die voeren politieke wensen uit en sturen die binnen de procesvoering van wetgeving om dat van kracht te laten worden.
Binnen gemeenten zijn de lijnen tussen wethouders/gemeenteraadsleden en ambtenaren heel kort. In grote gemeenten moeten beleidsmedewerkers regelmatig bij de politiek op het matje komen.

Over jouw zin "Wat je wel kunt zeggen is dat de ambtenaren die de (concept)wetten maken te ver van de praktijk zijn geraakt (of er überhaupt nooit bij in de buurt zijn geweest)." moest ik wel glimlachen.
Als je zelf geen beleidsmedewerker geweest bent (of wel?), generaliseer je over iets waar je geen directe ervaring mee hebt.

Van huidige generaties beleidsambtenaren wordt verlangd veel contact op te nemen met doelgroepen, belangenbehartigingsorganisaties, verenigingen en wat dies meer zij. Hedendaagse politiek beweegt zich veel meer op wijkniveau (althans, in de grote(re) gemeenten), en daarmee wordt de afstand tot de burger ook verkleind. Dat wil niet zeggen dat er niets meer te winnen valt.

Anderzijds: wetgeving kan voor velen prettig zijn, maar voor anderen lastig of onwenselijk. Het is maar net hoe het je omgeving - en dus je oordeel er over - bepaalt...
Kamerleden maken al helemaal geen Europese verordening ;)
Het is niet simpelweg een probleem van budget. Sterker nog, wil men dat alle taken die de AP volgens de AVG zou moeten uitvoeren adequaat vormgeven, dan mag je er nog wel een factor 1000x overheen qua budget. Wat natuurlijk onzinnig is, want die aantallen personeel is niet eens aan te trekken. Het aantal daadwerkelijk opgepakte en afgehandelde klachten ligt op minder dan één procent. Privacy toezichthouders in heel Europa hebben een onmogelijke taak opgedragen gekregen.

[Reactie gewijzigd door WouterL op 23 juli 2024 22:21]

En het bedrijfsleven heeft het onderhand door en begint de avg totaal te negeren ten gunste van de “bedrijfsvoering”.

De overheid kan wel dreigen met boetes en het staken van bewerkingen op persoonsgegevens, maar als de pakkans minimaal is waarom er dan nog iets aan doen?
Wat ik mis in de jaarcijfers is het aandeel/percentage ongegronde meldingen en klachten. Als dat een aanzienlijk deel is kun je er wel extra personeel tegen aan gooien, maar wellicht is het efficiënter de bevolking beter voor te lichten.
De AP heeft daar over gerapporteerd in Klachtenrapportage: facts & figures Overzicht 2020:
Verder was één derde van alle klachten geen privacyschending of was de klacht, nadat we om aanvullende informatie hadden gevraagd, nog steeds te onduidelijk.
Daarna ben ik geen informatie hierover meer tegen gekomen want de AP is gestopt met het publiceren van de klachtenrapportage.

Ik denk dat het probeel meer is dat de AP heel slecht is in het selecteren van welke klachten onderzocht moeten worden. In de visie van de AP zouden 50% van de klacht- en 95% van de ambtshalve onderzoeken een sanctionering moeten opleveren. Als we dat afzetten tegen de onderzoeken die de AP doet zou de AP tientallen sanctioneringen per jaar moeten doen. De AP is dus nog steeds heel erg slecht in het selecteren van welke zaken voor een nader onderzoek in aanmerking moeten komen en welke er 'weggeprioriteerd' moeten worden.

Ik dien zelf ook regelmatig een serieuze klacht in (zo'n 10 per jaar) en heb het nog nooit meegemaakt dat de AP een klacht van mij ongegrond heeft verklaard. Meer dan 90% van de besluiten is "geen prioriteit". Waar zelfs zo ver gaat dat daar tussen zit bij een klacht over artikel 13 de vaststelling dat "xxx heeft de vereiste informatie niet verstrekt" om vervolgens alsnog de klacht af te wijzen omdat het geen prioriteit heeft om vast te stellen wie de verwerkingsverantwoordelijke is. Of een besluit bij een klacht over transparatie (op 3 verschillende momenten wordt er steeds een andere verantwoordelijke genoemd voor de zelfde verwerking) dat de verwerking zo ontransparant is dat de AP niet kan vaststellen wie de verantwoordelijke is.
Het merendeel van de klachten die ik indien wordt door de AP net genoeg onderzocht om hun flink veel tijd te kosten maar vanwege prioritering niet genoeg om te gaan handhaven.
Als dat een aanzienlijk deel is kun je er wel extra personeel tegen aan gooien, maar wellicht is het efficiënter de bevolking beter voor te lichten.
Of je geeft het volk beter gereedschap in het voortraject van een klacht.
Voorlichting geeft ze dat gereedschap.
Het aantal binnenkomende internationale klachten is wat afgenomen. Hiervoor zijn twee mogelijke
verklaringen. Ten eerste dat mensen mogelijk zelf eerder contact opnemen met de organisatie waarover de
klacht gaat, waardoor het indienen van een klacht niet meer nodig is

Dit zegt het AP zelf in het jaarverslag, mensen kunnen dus mogelijk zelf al klachten oplossen door eerst contact te zoeken met de betreffende organisatie en zo tot een oplossing te komen.
Maak het dat het klachtproces eerst vraagt over en assisteert bij het eerste contact met de partij waarover geklaagd wordt.
Als je dat nu doet voor het proces in gang gezet wordt, dus voorlichting geeft, want dat is wat je eigenlijk omschrijft, hoeft er ook geen proces gestart te worden :)
Leuk idee voor mijn volgende DPIA:

Accountability and transparency: "we're just not going to pick up the phone".
Het doel van een wet is natuurlijk niet alleen hadhaven en boetes/straffen opleggen, het belangrijkste doel van een wet is van tevoren duidelijkheid geven over wat wel en niet mag, of wat je wel of niet moet. En gelukkig houden de meeste mensen zich vervolgens aan de wet.
Dan blijft er nog een klein deel over die zich (al dan niet bewust) niet aan de wet houdt, en daarop moet je handhaven. Als je een wet maakt en aanneemt moet je maar inschatten hoevel capaciteit en dus geld je moet reserveren voor handhaving, dat is natuurlijk lastig te bepalen. Inmiddels is de AP al een paar jaar belast met de handhaving van de AVG, en zou dus inmiddels ook wel moeten kunnen inschatten wat ze daarvoor nodig hebben. De AP heeft ook om een verhoging van hun budget gevraagd, maar niet gekregen. Dus wat je dan doet als AP is je dienstverlening terugschroeven, en dat vind ik vrij logisch.
Slimmere dienstverlening zou ook een oplossing kunnen zijn, zoals een chatbot.
Het is een combinatie van grenzen stellen, controleren en handhaven. Toezicht is geen vrijblijvendheid maar zowel een plicht als recht op gebied van controleren en handhaven.
Op basis van te weinig budget of personen de eigen plichten en andermans rechten beperken is dus eerder niet logisch. Dat is als toezichthouder jezelf belangrijker vinden dan de wet, wat niet de bedoeling is. De toezichthouder heeft er al lang een voorkeur voor om prioriteiten te stellen die haar zelf en de overtreders goed uit komt. Dat is geen opkomen voor plichten, dat is geen beschermen van rechten. De toezichthouder lijkt er daarbij ook weinig aan te doen om meer budget te krijgen of de houding aan te passen. Het huidige toezicht lijkt vooral zo veel mogelijk onbelangrijk maken om aandacht aan te schenken en te tonen dat overtreden toch geen gevolgen heeft vanuit handhaving. En hoe min mogelijk ze onderzoeken of tot conclusies komen, hoe minder ze kunnen stellen dat er werkelijk overtredingen waren. Overtredingen die per keer in schenden van recht van duizenden personen kan zitten met de vele malware, ransomware, gelekte en gestolen databases enz.
Anoniem: 352566 17 mei 2023 19:24
Privacy en andere burgerrechten zijn op hun best dan ook louter een kostenpost vanuit het perspectief van de overhei. Dat de toezichthouders op ieder vlak waar de overheid zich niet gehinderd wil voelen door wet of regelgeving macht nog middelen krijgen om hun taken uit te voeren is staand beleid.
Samenvattend: Oostindische doofheid is zowel probleem als oplossing.
Het is ook een kwestie van prioriteiten leggen.
De AP komt graag in het nieuws met quotes en soundbites uit lijvige rapporten waarin de overheid op de korren genomen wordt. Wanneer je dan diep in die rapporten graaft kom je gebreken tegen als dat er niet goed is vastgelegd waarom overheidsinstanties bepaalde gegevens nodig hebben voor het uitoefenen van hun overheidstaken of dat niet goed is vastgelegd waarom een bepaalde ambtenaar die gegevens nodig heeft voor het uitvoeren van zijn werk.
Dat is op z'n minst slordig, maar een stuk minder ernstig dan een webshop die het klant-id in de URL opneemt, waardoor je met een eenvoudig scriptje de hele klantendatabase binnen kan tanken. Maar voor dat laatste hebben ze onvoldoende capaciteit om te onderzoeken.

Op dit item kan niet meer gereageerd worden.