De Noorse privacytoezichthouder wil Meta een AVG-boete geven omdat het bedrijf gebruikers onrechtmatig volgt op Facebook en Instagram. Het gaat om een boete van zo'n 88.000 euro per dag dat de overtreding doorgaat.
Datatilsynet, de Noorse tegenhanger van de Nederlandse Autoriteit Persoonsgegevens, heeft daar een brief over gestuurd naar Meta. Politico heeft de hand op die brief weten te leggen. In de brief staat dat Datatilsynet Meta vanaf 4 augustus voor een periode van drie maanden iedere dag een boete wil opleggen van 1 miljoen Noorse kroon, omgerekend zo'n 88.000 euro. Als Meta niet aan de regels voldoet, zou het bedrijf na die drie maanden dus zo'n 8 miljoen euro moeten betalen.
Meta krijgt de boete voor het overtreden van de AVG en dan specifiek voor het ontbreken van een geldige grondslag. Onder de privacywet moet een bedrijf of overheid zo'n grondslag hebben voordat het gegevens verzamelt. Meta gebruikte jarenlang de uitvoeringsovereenkomst als grondslag. Daarmee stelde Meta dat het gebruikersgegevens nodig had 'om een dienst te kunnen uitvoeren'. Meta zei altijd dat gebruikers 'een overeenkomst aangingen' met het bedrijf als ze een account maakten. Privacytoezichthouders waren het daar echter niet mee eens. Begin dit jaar kreeg Meta een boete van 390 miljoen euro voor precies die AVG-overtreding.
In maart wijzigde Meta zijn eigen gebruikersvoorwaarden. Het bedrijf beriep zich sindsdien op het 'gerechtvaardigd belang' als grondslag voor het verzamelen van persoonsgegevens. Toen was het al dubieus of privacytoezichthouders die reden zouden accepteren; experts leken het erover eens dat het geen goede grondslag was. Eerder deze maand concludeerde het Europese Hof van Justitie al iets soortgelijks.
De beslissing van Datatilsynet borduurt daarop voort. Meta mag gebruikers geen advertenties tonen op basis van verzamelde data. De enige data waarop Meta zich in de toekomst mag baseren, is volgens Datatilsynet de informatie in de Info-sectie op profielen. Dat geldt alleen voor gebruikers in Noorwegen, maar de kans is groot dat andere Europese toezichthouders die beslissing in de nabije toekomst overnemen.