Meta krijgt een AVG-boete van 390 miljoen euro omdat Facebook en Instagram illegaal gebruikers dwingen akkoord te gaan met het verwerken van gebruikersdata om gepersonaliseerde advertenties te tonen. Het bedrijf moet daarnaast binnen drie maanden aan de AVG voldoen.
De boete draait om de verwerkingsgrond die Meta gebruikt om gebruikersdata in te zetten voor gepersonaliseerde advertenties. Een verwerkingsgrond is bijvoorbeeld dat gebruikers hier toestemming voor hebben gegeven, maar Meta gebruikte hier de contractuele verwerkingsgrond voor. Het bedrijf stelt dat als gebruikers akkoord gaan met de gebruikersvoorwaarden van Meta's platformen, ze een contract aangaan met Meta. Om die diensten aan te kunnen bieden, moet Meta gepersonaliseerde advertenties kunnen tonen. Zonder het verwerken van de gebruikersdata om die gepersonaliseerde advertenties te kunnen tonen, kan Meta dus niet aan het contract voldoen en daarom mag het bedrijf die gegevens verzamelen, stelt Meta.
Privacyactivist Max Schrems en een Belg vonden dat Meta met deze handelswijze gebruikers dwingt om akkoord te gaan met het verwerken van gebruikersgegevens om gepersonaliseerde advertenties te kunnen tonen. Zij vonden dat dit in strijd is met de AVG en klaagden daarom bij privacytoezichthouders.
De Ierse Data Protection Commission vond aanvankelijk dat Meta's beredenering aan de AVG voldeed en was van plan om hier geen boete voor te geven. De toezichthouder deelde dit met andere Europese toezichthouders, die het niet allemaal eens waren met de visie van de DPC. Tien van deze privacytoezichthouders vonden namelijk niet dat het aanbieden van gepersonaliseerde advertenties onderdeel is van de 'kernelementen' van Meta, wat DPC en Meta wel zeiden.
Omdat de toezichthouders er niet onderling uitkwamen, moest de European Data Protection Board er een besluit over nemen. Deze overkoepelende organisatie van Europese privacytoezichthouders is het eens met de tien privacytoezichthouders en vindt dus dat Meta niet de contracten als verwerkingsgrond mag gebruiken om gegevens van gebruikers in te zetten voor gepersonaliseerde advertenties.
Het besluit van de EDPB is bindend. Meta krijgt daarom een boete van in totaal 390 miljoen euro opgelegd, waarvan 210 miljoen euro voor Facebook en 180 miljoen euro voor Instagram. De boete is omdat het bedrijf de contractuele verwerkingsgrond onjuist gebruikte en omdat het bedrijf niet transparant was over hoe gebruikersgegevens werden verwerkt. De DPC wilde voor het gebrek aan transparantie wel meteen een boete geven. De DPC heeft deze verhoogd omdat de EDPB dit eiste. Met hoeveel deze is verhoogd, is niet duidelijk.
Meta krijgt drie maanden om aan de AVG te voldoen en dus een andere verwerkingsgrond te vinden voor de gepersonaliseerde advertenties. Daarnaast wil de EDPB dat de DPC een nieuw onderzoek start naar alle dataverwerkingen van Facebook en Instagram, maar de DPC vindt niet dat de EDPB het recht heeft om dit van de Ierse toezichthouder te vragen. De Ierse toezichthouder spreekt daarom over een stap naar het Hof van Justitie van de Europese Unie. Meta zegt in een reactie het niet eens te zijn met de uitspraak en wil beroep aantekenen.